ARTIKEL 3 HOOGTEMATEN
1. Tenzij in hoofdstuk II anders is voorgeschreven geeft het op de kaart
achter een letter of lettercombinatie ingeschreven eerste arabische cijfer
de maximaal toelaatbare goot- en boeibordhoogte van gebouwen in meters aan,
alsmede de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
2. Het op de kaart achter een letter of lettercombinatie ingeschreven tweede
arabische cijfer geeft de maximaal toelaatbare bouwhoogte van gebouwen in
meters aan. Deze mag slechts worden overschreven door schoorstenen,
antennemasten en andere ondergeschikte bouwdelen, welke ten hoogste 20% van
de gevelbreedten en 5% van de oppervlakte van het gebouw bedragen.
3. Geen deel van het gebouw waarvan de maximaal toelaatbare goothoogte is
bepaald mag uitsteken buiten de denkbeeldige vlakken, die de betreffende
gevels snijden ter hoogte van de maximum goothoogte en terugvallen onder
hoeken van 70 graden met de horizon. Deze bepaling is niet van toepassing op
schoorstenen, dakkapellen, antennemasten en andere ondergeschikte bouwdelen,
welke ten hoogste 20% van de gevelbreedten en 5% van de oppervlakte van het
gebouw bedragen.
4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het stellen van nadere eisen
ten aanzien van de in lid 3 genoemde maximale hellingshoek indien zulks
noodzakelijk is ter verkrijging van een zo goed mogelijke aansluiting bij
bebouwing op belendende percelen met dien verstande dat:
a. daardoor de gebruiksmogelijkheden van de te bouwen dakconstructie niet
onevenredig wordt beperkt;
b. de hellingshoek niet wordt teruggebracht tot minder dan 30 graden.
- 14 -