29 juni 1989
126
de wil aanwezig om te komen tot verbetering. Verder toont het rapport
inzet, motivatie en de wil om de werktaak tot zijn hoogst mogelijke
recht te laten komen. Verder toont het rapport aan, volgens spreker,
wat een groep vrijwilligers vermag om met deskundigheid een complexe
organisatie te analyseren, te rapporteren en oplossingen te adviseren.
En dat heeft geleid tot een programma van activiteiten zoals dit in het
PEP-programma naar voren komt. Spreker citeert: "Dit programma omvat,
naast opleiding, voorlichting en het verstrekken van informatie,
aandacht aan bestuursontwikkelingen en ervarend leren." Voorts stelt
het PEP-programma, en wederom citeert spreker: "Over het wel slagen van
het cultuurveranderingsproces wordt het van wezenlijk belang geacht dat
het PEP-proces op een zo'n hoog mogelijk niveau wordt gedragen." En dan
staat er tussen haakjes achter: bestuur, met kleine letters en MT met
hoofdletters. Spreker fraktie staat er achter, dat ook het bestuur en
MT draagt wat door de organisatie is aangebracht. Spreker fraktie ziet
het rollenspel echter iets anders dan misschien ongewild wordt
aangegeven in het PEP-programma. Spreker citeert weer: "Natuurlijk is
alleen het enthousiasme van het PEP-team niet voldoende. Met name het
bestuur en het management zullen de fakkel moeten overnemen." Uiteraard
moeten bestuur en management de fakkel dragen, maar spreker denkt, dat
daarnaast de organisatie, zoais die belichaamd is door het PEP-team,
misschien niet permanent maar toch zeker regelmatig de fakkel weer zal
moeten opnemen om het cultuurveranderingsproces, dat toch een
continuproces is, aan de gang te houden, te richten of bij te stellen.
De in het programma genoemde opleidings- en voorlichtingsactiviteiten
kunnen daartoe ook wellicht bijdragen. Sprekers fraktie gaat gaarne
akkoord met het voorstel van het coilege om voor-1989 een krediet
beschikbaar te stellen die dergelijke opleiding en scholing mogelijk
zullen kunnen maken.
De heer Berkelmans deelt mede, dat zijn fraktie met belangstelling
heeft kennls genomen van het PEP-programma en wil op de eerste plaats
zijn waardering uitspreken voor hetgeen tot nu toe door de leden van
het PEP-team is gepresteerd. In de aanbiedingsbrief aan het
managementteam schrijft het PEP-team dat het zich met volharding en
enthousiasme heeft ingezet om het programma zoals het nu voorligt te
vervaardigen. Dit 1s één van de belangrijkste kenmerken van het team en
het resultaat van hun inspanning is duidelijk terug te vinden in het
programma. In de commissie P&0 is ook het commentaar van het
managementteam en de mzc aan de orde geweest. Hoewel hij een aantal op-
en aanmerkingen krltische kanttekeningen zijn geplaatst, 1s ook door
deze beide organen, waardering en een positieve opstelüng waar te
nemen. Het PEP-team spreekt zijn waardering uit voor de mensen in de
organisatie d1e hun medewerking hebben gegeven bij de voorbereidende
werkzaamheden. Zij stelt vast, de heer Mulder refereerde daar ook al
aan, dat er een grote bereidheid bestaat tot het leveren van een
constructieve bijdrage om het werken in de gemeentelijke organisatie
beter en prettiger te maken. Dit alles is voor sprekers fraktie zeer
wezenlijk, omdat dat de voorwaarde 1s voor het berelken van de
hoofddoelstelling, namelijk een cultuurveranderingsproces in gang te
zetten, dat aansluit bij de doelstelling van de reorganisatie. De
diagnose, die gesteld is in het rapport en die dlent als vertrekpunt
voor de cultuurverandering, vertoont enige gelijkenis met het rapport