131 29 juni 1989 voorstellen zijn, die de raad vanavond aantreft en ook nog betrekking hebben op het jaar 1990. Daarnaast is het in het kader van de heroverweging zo, dat vorig jaar een voorstel is voorbereid dat leidt tot een besparing. En juist omdat het college voorzichtig wil zijn met besparing op personeel, heeft het voorliggende voorstel voor een deel betrekking op besparing van personeel. Dit leidt ook tot een bespöring van de helft van het bedrag dat was voorzien en gaat tevens gepaard met de helft van de investeringen die we hadden voorzien. Dat betekent dan ook dat op de vragen van de heer Berkelmans en de heer Mulder, of Heemstede nu even af is van de investeringen op het terrein van de automatiserlng voordat het tweede automatlserlngsplan aan de raad zal worden voorgelegd, bevestigend kan worden geantwoord. Voor wat betreft de inhoud van het automatiseringsplan tot het tweede plan, zijn geen verdere investeringen voorzien, doch voor wat betreft het projekt heroverweging slult spreekster niet uit, dat wanneer de eerste fase van dit heroverwegingsprojekt gerealiseerd is op een zodanige wijze, dat d1t tot besparingen heeft geleid, het mogelijk is dat het college u nog het aanvullende heroverwegingsprojekt zal willen voorstellen. Maar het college wil eerst zien, dat de eerste helft van dat projekt ook daadwerkelijk op die wijze gerealiseerd wordt. Dat voorbehoud heeft spreekster overlgens ook in de commissie gemaakt en dat maakt zij nu weer. Voor het overige gaat spreekster er van uit dat verdere investeringen op het terrein van automatlsering pas baat vinden, na vaststelling van het voorstel van het tweede automatiseringsplan en de slot-evaluatie van het eerste plan, waar de raad nu een voorlopige proeve van gekregen heeft. Voor het overige heeft spreekster instemming met het voorstel geproefd en daar is zij blij mee, omdat de organisatie 1n Heemstede heel automatiseringsminded is. Dat wil zeggen, dat de mensen die eenmaal werken met geautomatiseerde systemen er heel veel plezier aan belevén. Ze gaan daar ook heel concencieus mee om en de automatiseringsprojekten die in de organisatie zijn ingevoerd, functioneren ook naar verwachting. Met betrekking tot de vraag van de heer Berkelmans inzake de gehanteerde afschrijvingstermijnen merkt spreekster op, dat terzake van agendapunt 25a, een bijgesteld stuk is uitgedeeld. In dat agendapunt treft men aan een nuancering 1n de tekst waar wordt gesproken over de status van de daarin genoemde afschrijvingstermijnen. Juist met name op het terrein van de automatisering moet in een aantal gevallen rekening gehouden worden met een kortere afschrijvingstermijn. Het heeft te maken met het feit dat naar verwachting in een periode van 3 jaar een aantal nieuwe investeringen gedaan moet worden op dat gebied, vandaar dat het college het verstandiger vindt om de invvistering in 3 jaar af te schrijven. In beginsel gaat men bij automatisering uit van een afschrijvingsperiode van 5 jaar, maar voor bepaalde aanschaffingen is het verstandig om de afschrijvingstermijn te bekorten en gelijk te laten aflopen, om het in een later stadium mogelijk te maken in één keer zaken te vervangen of te vernieuwen. Bij het voorstel dat thans voorligt, 1s het de bedoeling dat de zwaardere IBM-machines die straks op de AS-400 gekoppeld kunnen worden daar een onderdeel van kunnen zijn. Deze kennen dan ook een afschrijvingstermijn van 5 jaar en de veel lichtere pc's, een ander deel van de aanschaffing, op grond daarvan een periode van 3 jaar. De heer Berkelmans: "Als ik het zo lees worden ze voor 100S

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1989 | | pagina 18