WE
31 augustus 1989
77
Met betrekking tot het electriciteitsverbruik kan worden opgemerkt
dat dit in hoofdzaak veroorzaakt wordt door verlichting en circula-
tiepompen. De kosten en de wijze van berekening en meting is bij de
scholen volstrekt onduidelijk.
Met name voor het electriciteitsverbruik kan gelden dat motivatie om
verstandig met energie om te gaan, zal leiden tot een laag electrici-
teitsverbruik. Tot het moment van onderzoek werden de maandelijkse
energieverbruiken door enkele directeuren geregistreerd. Verdere acties
bleven echter uit. Van actief energiebeheer is geen sprake op de scholen.
De bouwkundige voorzieningen die aan de scholen zouden kunnen worden ge-
troffen om het energieverbruik te verminderen, zijn niet onder één noemer
samen te vatten. De voorzieningen die voor bekostiging door het rijk in
aanmerking komen (spouwmuurisolatie en optimaliseringsapparatuur) zijn
enkele jaren geleden aangebracht.
De resultaten van dit onderzoek met betrekking tot bouwkundige voor-
zieningen, dienen als leidraad bij het vervangen van de bestaande
appa ratuur.
Vo°r het overige geldt dat iedere school zal moeten worden gestimuleerd
om het energieverbruik zo laag mogelijk te houden.
Op een aantal scholen is gestart met het registreren van het maandelijks
electriciteitsverbruik en het zichtbaar maken ervan in vergelijking
met het verbruik van vorig jaar. De eerste reacties zijn positief en
het lijkt een energiebesparing op te brengen van 10%.
Openbaar basisonderwijs
Uit de voor u ter inzage gelegde stukken blijkt dat op de Crayenester-
basisschool en de Voorwegbasisschool alleen het energieverbruik moet
worden aangepast om een overschrijding op energiekosten te voorkomen.
Tevens ontstaat er dan geen doorbetalingsplicht meer aan het bijzonder
onderwijs m.b.t. de kosten van electriciteit.
Het gasverbruik op beide scholen komt overeen met de Londo-vergoeding
en behoeft geen aanpassing.
- 2 -