31 augustus 1989
158
gemeenschapsgeld niet moet gokken. Daarom wi1 de PH-fraktie dit nu ook
niet. De eerlijkheid gebiedt, dat bij lezing van dit voorstel er een
aantal elementen is, dat anders is dan bij de situatie in 1985. Spreker
noemt het verschil in het rente-percentage van het te beleggen en op te
nemen bedrag en de periode. Wat echter blijft is de onzekerheid over de
rentestand in 1991. En het zou best kunnen zijn dat men zich in 1991
achter het oor krabt en moet zeggen "misgegokt". In die situatie wi1
sprekers fraktie niet komen te verkeren. De PH-fraktie is dus tegen dit
voorstel
De heer Bleekemolen heeft namens de VVD bezwaren tegen bepaalde
delen van het betoog van de heer Van Schalkwijk. Inderdaad is het zo
dat in de financiële commissie de heer Mulder het woord "gokken" in de
mond heeft genomen maar in een heel ander zinsverband dan dat de heer
Van Schalkwijk nu wil doen blijken. De heer Mulder heeft beslist niet
de suggestie willen wekken, dat de VVD-fraktie wil gokken met
gemeenschapsgeld. Wat de heer Mulder wel heeft gezegd is, dat niemand
in staat is om nu in te schatten welke rente op de kapitaalmarkt in
1992 zal moeten worden betaald. En als nu een lening wordt afgesloten
wordt zeker een voordeel behaald, maar het is inderdaad niet te
bekijken of dat in 1992 niet groter had kunnen zijn.
De heer Mulder heeft met de heer Bleekemolen bezwaar, dat in een
openbare vergadering de heer Van Schalkwijk geen waarheid vertelt, maar
slechts eeri halve waarheid op grond van een kwart van een betoog wat
spreker heeft gehouden in de financiële commissie.
De voorzitter merkt namens het college met betrekking tot de
gevolgde procedure op, dat hieruit lering is getrokken. Spreker hoopt,
dat dit in de toekomst zich niet meer zal voordoen. Er zal dan toch een
extra vergadering van de commissie worden ingelast. Voor het college
lag de zaak evenwel heel duidelijk. De uitgangspunten die in de
financiële commissie aan de orde zijn geweest betroffen in de eerste
plaats de hoogte van de bedragen: 6,5 miljoen. Dat is gemeld. In de
tweede plaats betrof het de mogelijkheid dat er zou kunnen worden
geleend en weer worden uitgezet tegen nagenoeg hetzelfde
rentepercentage. Het college heeft in goed vertrouwen deze zaak ook aan
de raad voorgelegd. De heer Van Schalkwijk zegt, dat de hoogte van de
boete, die betaald moet worden, wanneer in 1992 c.q. 1993 de leningen
moeten worden afgelost, onzeker is. Dat is echter niet zo, want de
boete is bekend. En zelfs wanneer nu geen nieuwe leningen zouden worden
afgesloten, dan zou er in 1992 toch vervroegd worden afgelost. Dit is
weliswaar afhankelijk van de rentestand, maar spreker gaat er vanuit
dat dat zal gebeuren. Dan ook zal de boete moeten worden betaald die
daar dan voor staat. Dat verandert dus niet. Op de vraag of er wordt
gegokt of wordt gespeculeerd antwoordt spreker, dat tegenstanders van
deze constructie zeer nadrukkelijk zeggen, dat dit het geval is.
Spreker onderschrijft de woorden van de heer Bleekemolen op dat punt.
Gokken is hier niet aan de orde. De gemeente schept voor zichzelf een
stukje zekerheid met betrekking tot de renten van geldleningen in de
toekomst. De gemeente heeft bij het kiezen van deze constructie op
zeker gespeeld. De zaak zou ook omgekeerd kunnen worden gezien. Immers,
als de ontwikkelingen gewoon worden afgewacht, niet wetend wat de rente
in 1992 zal zijn, dan zou men kunnen zeggen dat ook dat gokken is. Dat
is namelijk het speculeren op een bepaalde ontwikkeling. Speculeren op
de mogelijkheid dat de rente in 1992 weleens lager zou kunnen zijn dan
7 3/4 of 7 1/2 procent.