31 augustus 1989 152 Overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders wordt besloten. III. Energieverbruik basisscholen (volgnr. 77) De heer Nawijn merkt op, dat de VVD-fraktie van harte instemt met het voorstel zoals dat op tafel ligt. In het voorstel wordt gevraagd om instemming voor een investering voor technische aanpassingen, om te komen tot energiebesparing bij basisscholen. Deze investering weegt zeker op tegen de besparing van energiekosten. Het verdient naar de mening van sprekers fraktie zichzelf op korte termijn terug en tevens is het een welkome investering voor de toekomst. Spreker doelt daarbij op het mi1ieu-aspect. De commissiestukken, waaronder het onderzoeksrapport, hebben spreker blij verrast. De VVD-fraktie wil graag de erkentelijkheid uitspreken voor de wijze waarop de gemeentelijke dienst voor de uitvoering van dit onderzoek heeft zorggedragen. Dit is een prima zaak. Het onderzoek wijst uit dat energieverbruik nog dikwijls te wensen over laat. En nu in dit voorstel gevraagd wordt te komen tot maatregelen om energiebesparing bij de twee openbare basisscholen te bewerkstelligen, wi1 spreker ook een vriendelijk doch dringend beroep doen op het bijzonder onderwijs, teneinde ook daar tot energiebesparing te komen. De heer De Bruijn merkt op, dat ook de CDA-fraktie het een goed streven vindt indien bij elke gemeentelijke aktiviteit of bemoeiing een zo efficiënt mogelijke besteding van de gelden wordt toegepast. Dit geldt nog in versterkte mate als het het energieverbruik betreft. Behalve besparing van geld is een besparing van de energie zelf wellicht nog belangrijker. Het thans aan de orde zijnde raadsvoorstel hetwelk via forse investeringen tot doel heeft het verminderen van het elektriciteitsverbruik op de openbare basisscholen aan de Crayenestersingel en de Voorweg, heeft dan ook de steun van zijn fraktie. Toch wiI spreker hierbij enkele aantekeningen plaatsen. Toen beide scholen een aantal jaren geleden ingrijpend werden verbouwd en gemoderniseerd, trof spreker bij de officiële heropening heel sfeervolle, gezellige scholen aan, waar bijna geen donkere hoeken waren. Op veel plaatsen in gangen en lokalen waren lichtbakken of spotjes aangebracht. Bij de heropening waren de gebouwen één en al licht en gezelligheid. Als spreker de stukken leest krijgt hij de indruk, dat al die sfeer en gezelligheid zullen gaan verdwijnen. Alle armaturen in de lichtkoven zullen worden verwijderd. De gangen zullen worden voorzien van directe verlichting aan het plafond. Er is uiteraard alles voor te zeggen, dat diverse armaturen in de lokalen enz. worden vervangen door meer moderne en zuinige apparatuur of op meer doelmatige plaatsen worden aangebracht. Maar moeten de gebouwen kille, sfeerloze scholen wordenî Kan de koofverlichting niet op enkele plaatsen, die daarvoor het meest in aanmerking komen, gehandhaafd blijven? Bijvoorbeeld bij de werkhoeken, die immers een functie in het onderwijssysteem vervullen? Voor de Crayenesterschool moet dit in elk geval mogelijk zijn, omdat die school bij een investering van f. 30.000,zelfs ongeveer f. 4.000,-- per jaar op de rijksvergoeding voor deze soort exploitatiekosten zal overhouden. Met het team kan worden afgesproken dat de koofverlichting alleen zal branden als dat ook werkelijk nodig is. Dan blijft er toch nog een beetje sfeer behouden en dat is toch ook voor een school erg belangrijk. Voorts staat in de ambtelijke stukken, dat nader overleg met de schoolleiding

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1989 | | pagina 5