openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan het algemeen bestuur worden overgelegd geheimhouding opleggen. Deze wordt door hen die bij de beham ling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennisdrageninachtgenomentotdat het algemeen bestuur haar opheft. 5. Op grond van de belangen genoemd in artikel 4 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam en door een commissie als bedoeld j artikel 24 of 25 van de wet, ieder ten aanzien van de stukk« die zij aan het algemeen bestuur of aan de leden van het algemeen bestuur overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. 6. De krachtens het vijfde lid aan het algemeen bestuur opgelegc verplichting tot geheimhouding vervalt, indien de oplegging niet door het algemeen bestuur in zijn eerstvolgende vergadt ring, die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd 7. De krachtens het vijfde lid aan de leden van het algemeen bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding wordt door hen in acht genomen totdat het orgaan, dat de verplichting heeft opgelegd, dan welindien het onderwerp vaaromtrent de geheimhouding is opgelegd aan het algemeen bestuur is voorge legd, totdat het algemeen bestuur haar opheft. Het algemeen bestuur kan deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van he aantal zitting hebbende leden is bezocht. 8. De artikelen 48 en 52 tot en met 58 van de gemeentewet zijn voor zover daarvan bij de wet of bij deze regeling niet is afgeweken, op het houden van de orde van de vergaderingen va het algemeen bestuur van overeenkomstige toepassing. 9. De openbare kennisgeving geschiedt op verzoek van de voorzitter door de burgemeesters van de gemeenten op de aldaar gebruikelijke wijze. Artikel 15: Ieder lid van het algemeen bestuur heeft één stem. Artikel 16: daaalijlts bestuur. 1. Aan het dagelijks bestuur is opgedragen: a. het voorbereiden van al hetgeen in het algemeen bestuur ter overweging en beslissing moet worden gebracht, voor zover dat niet aan anderen is opgedragen b. het uitvoeren van besluiten van het algemeen bestuur; c. het afkondigen van de besluiten waarvan de afkondiging bij de wet, bij deze regeling of bij besluit van het algemeen bestuur is voorgeschreven d. het beheren van de inkomsten en uitgaven, voor zover dit niet bij of krachtens deze regeling aan anderen is opgedragen e. de zorg, voor zover niet aan anderen opgedragen, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding; f. het houden van een gedurig toezicht op alles wat het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1989 | | pagina 113