6. De burgemeester doet de voorzitter mededeling van een verzoek,
als bedoeld in het vijfde lid.
7. De commandant of diens plaatsvervanger van de om bijstand
gevraagde gemeentelijke brandweer kan deze bijstand slechts
weigeren, indien in het gebied van de betrokken gemeentelijke
brandweer geen personeel en materieel voor bijstand meer
aanwezig is en in geval van overmacht.
8. De bijstand vragende gemeentelijke brandweer is niet aansprake-
lijk voor enige schade welke tijdens, danwel ten gevolge van
de bijstand door de bijstandverlenende gemeentelijke brandweer
wordt geleden of aan derden wordt toegebracht, tenzij er
sprake is van grove schuld of opzet van de zijde van eerstge-
noemde gemeentelijke brandweer.
9. De bijstand wordt beëindigd door een daartoe strekkend besluit
van degene, belast met de operationele leiding.
10.Voor bijstand in regionaal verband worden geen andere kosten
in rekening gebracht dan voor het gebruik van bijzondere
blusstof fen
ArtikeX 40: operatlonele leidina.
1. In geval van rampen, dreigende rampen of andere buitengewone
omstandighedenwelke de gemeentegrenzen overschrijdenwordt
de commandant van de regionale brandweer belast met de
operationele leiding over de aan de rampbestrijding daadwer-
kelijk deelnemende diensten en organisatiestenzij de
betrokken burgemeester op grond van artikel 11 tweede lid
van de Rampenwet of de commissaris van de Koningin op grond
van artikel 12 van de Rampenwet een andere voorziening
tref t
2. Met betrekking tot de uitoefening van de operationele leiding
wordt de commandant bijgestaan door een operationele staf,
alsmede de nodige sectorcommandos
3. Het algemeen bestuur stelt regels vast betreffende de samen-
stelling, de taak, de bevoegdheden en de werkwijze van de
operationele staf en de sectorcommandos
Hoofdstuk VI: rinanclile bepalinaen.
Artikel «1; financieel beheer.
1. Het algemeen bestuur stelt regels vast omtrent het beheer
van de geldmiddelen en de inrichting van de financiële
administratie onder goedkeuring van gedeputeerde staten.
2. In deze regeling worden ondermeer bepalingen opgenomen ter
zake van:
ade wijze waarop de invordering van alle ontvangsten en
de inkomsten plaatsvindt en de wijze, waarop alle betalingen
en uitgaven worden gedaan.
b. de inrichting van de begroting en de financiële administra-
tie;
c. de verzekering van de gelden tegen benadellng door eigen
personeel en door anderen;
d. het beleggen van de overtollige kasgelden.
3. Een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde regels
wordt binnen veertien dagen nadat deze zijn vastgesteld, ter
kennisneming toegezonden aan de gemeenten.