2.
Wonen 26 oktober 1989 nr
ARTIKEL 3 HOOGTEMATEN
1. TenzlJ ln hoofdstuk II anders ls voorgeschreven geeft het op de kaart achter
een ietter of lettercomblnatie ingeschreven eerste arabische cijfer de
maxlmaai toelaatbare goot- en boelboordhoogte van gebouwen ln meters aan.
Het op de kaart achter een letter of lettercombinatie ingeschreven tweede
arabische cijfer geeft de maximaai toelaatbare bouwhoogte van gebouwen in
metere aan.
Deze mag slechts worden overschreden door schoorstenenantennemasten en
andere ondergeschlkte bouwdelen, geen dakkapellen zijnde, welke ten hoogste
bedragen geVelbreedCen en 5Ï vfln de °PPerviakte van het gebouw mogen
Geen deel van het gebouw waarvan de maximaal toelaatbare goothoogte is
bepaald mag uitsteken bulten de denkbeeldige viakken, die de betreffende
gevels snlJden ter hoogte van de maximum-gocthoogte en terugvallen onder
hoeken van 70 met de horizon.
Deze bepaling is niet van toepassing op schoorstenen, antennemasten, andere
ondergeschikte bouwdelen, welke ten hoogste 20Z van de gevelbreedten en 5Z
van de opperviakte van het gebouw bedragen en dakkapellen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het stellen van nadere eisen ten
aanzien van de in Ud 3 genoemde maximaie hellingshoek lndien zulks noodzake-
iljk s ter verkrijging van een zo goed mogelijke aansluiting bij bebouwing
op belendende percelen met dien verstande det:
a. daardoor de gebruiksmogeiijkheden van de te bouwen dakconstructie niet
onevenredig wordt beperkt;
bde hellingshoek niet wordt teruggebracht tot mlnder dan 30°.
3.
4.
-10-