Wonen 26 oktober 1989 nr 97
ARTIKEL 11 MAATSCHAPPELIJKE DOELEINDEN (M)
1. De op de kaart als zodanlg aangegeven gronden zljn bestemd voor maatschappe-
lijke doeleinden. rv
2. Op de in lid 1 bedoelde gronden zijn toelaatbaar:
a. gebouwen ten dienste van onderwljslnsteilingen, instelllngen ten behoeve
yan de geesteiijke en llchamelijke volksgezondheld en van schoonheids-
lnstituten;
b. bljgebouwen;
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
dtulnen, waaronder begrepen verhardingen
e. parkeervoorzieningen.
3.
Ter plaatse waar op de kaart de aanduiding "speelgelegenheid toegestaan" is
gegeven, is eeri speelterrein toegestaan van maximaal 250 m
4. De gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aan-
duidlngen op de kaart en de volgende bepallngen:
a. de gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het op de kaart
aangegeven bouwvlak;
b. op de gronden van het Instituut voor Epilepsiebestrijding "Meer en Bosch"
mogen in afwijking van het bepaalde onder a. bulten de bouwgrenzen niet
v°or hewoning bestemde bijgebouwen worden gebouwd tot een totale opper-
vlakte van 250 m2;
c. de bouwhoogte van de onder b. bedoelde gebouwen mag ten hoogste 3.00 meter
bedragen.
5. De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend worden gebouwd met
lnacbtneming van de volgende bepalingen:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheldingen mag ten hoogste 1.80 meter
bedragen;
b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten
hoogste 3.00 meter bedragen.
-18-