ïïtS/iïjîïïzr 75 worden bebouwd met niet v°°r bew°nin*
j b"""°1,1 di,°,n kij n"
Wonen
ARTIKEL 15
26 oktober 1989
nr97
ERF (E)
1.
De op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor erf bii
gebonwen op hetzelfde bouwperceel of het perceel waartoe zij blijkens hun
sltuatle behoren.
6.
2. Op de in lid 1 bedoelde gronden zijn toelaatbaar:
b.' bijgebouwen^ten aangeb°UWd aan de wonInK- °P "e aangrenzende gronden;
c. voor bewoning bestemde aan- of uitbouwen;
d. bouwwerkengeen gebouwen zijnde;
e. tulnen, waaronder begrepen verhardlngen.
5. De gebouwen mogen ultsluitend worden gebouwd met inachtneming van de aan-
duidingen op de kaart en de volgende bepalingen:
a. van de oppervlakte van de in lid 1 bedoelde gronden mag per woning ten
hoogste 301 -.eteen maximum van 30 m2- vorden bebouwd met bouwwerken
als bedoeid in lid 2 onder a., b. en c.;
b. Indlen zich op het aangrenzende bouwvlak op de begane grond geen woning
bevind mag van de oppervlakte van de in lid i bfdoelde gronden per
65Z metaë T dlenatverlenend bedrijf of kantoor ten hoogste
C' ::td: 8:°n:en ?et d: ln lld 1 bedoelde bestemming, grenzend aan de gronden
L 7 8 Detailhandel of "Detailhandel en Horeca", zonder aan-
S^;an de ffiaxl'»n'» goot- en bouwhoogte mogen geen gebouwen worden
d. voor bewoning bestemde aan- of uitbouwen mogen alleen worden gebouwd aan
de zijgevel van een eindwoning tot aan het verlengde van de van de weg
afgekeerde bouwgrens van deze woning. 8
iecbh°re:ken' 8e!n 8ebouwen 2lJnde, mogen uitsiuitend worden gebouwd met
inachtneming van de volgende bepalingen:
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen op de in lid 1 bedoelde gronden die
f^r^te^rb^ra^fmet de beStemmln8 "T"lncentrum" mag ten hoogste
b" bL^r8'" Va" de °Veri8e erfafscheldln8en ma8 ten hoogste 1.80 meter
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten
hoogste 3.00 meter bedragen.
5' I' °nder C' bedoelde 8rnn<ien mogen geen andere bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, worden gebouwd dan erfafscheidingen.
P^LTI^ÎÎd6: Weth°Uder8 ZlJ" beV°e8d vrlJstellln« ta -erienen van het be-
paalde in lid 3, onder a. voor het vergroten van het maxlmaal toelaatbaar te
bebouwen oppervlakte, met dien verstande dat: taatoaar te
a" TJ::elî!n8 Ultslultend ma8 worden verleend ten behoeve van het aanbouwen
aan de zijgevel van een eindwoning;
b. van de bij een elndwonlng behorende gronden met de in lid 1 bedoelde
bestemmlng ten hoogste 40Z mag worden bebouwd met een maximum van 40 m2.
7' TVT^T"8 !ls bed°eld ln lld 6 WOrdt nlet vcrle®nd dan nadat belang-
hebbenden gedurende 14 dagen na pubiicatie ln de gelegenheld zijn gesteid
4.
-22-