Wonen
26 oktober 1989
nr. 97
ARTIKEL 22 ALGEMENE VRIJSTELLINGEN
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelllng te verlenen van de
bepalingen van het plan voor:
a. het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten behoeve
van openbare nutsbedrijven en/of van andere naar doeistelling daarmee
vergelijkbare insteilingen, zoals transformatorhuisjesschakelhuisjes,
gemaaigebouwtjes, telefooncellen en wachthuisjes voor verkeersdiensten
mits deze niet groter zijn dan 50 m3 en de bouwhoogte niet meer bedraagt
dan 3.00 meter;
b. het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zljnde, die om waterstaatkundlge
of verkeersredenen noodzakelljk zijn, zoals dulkers en keermuren;
c. geringe veranderingen in de tracé's van wegen en de aanpasslng daaraan
van de llgglng en de vorm van bestemmingsgrenzen, lndien bij definitleve
ultmetlng biijkt, dat een weg ais gevolg van de werkeiijke toestand van
het terrein siechts kan worden ultgevoerd als op ondergeschikte punten
van het plan wordt afgeweken, met dien verstande dat het tracé van een
weg alsmede de bestemmingsgrens ten hoogste 2.00 meter mag worden veriegd;
d. afwijkingen van de bij de bestemmlngen "Woondoeleinden" en "Erf" behorende
oppervlakten, hoogtes en maten teneinde de uitvoering van een bouwplan
mogelijk te maken, mits de afwijkingen niet meer bedragen dan 10Z.
2. Een beslult tot vrijstelling als bedoeld in lid 1 onder a. en d. wordt nlet
genomen, dan nadat de commlssie voor ruimtelijke ordenlng en volkshuis-
vestlng is gehoord en dan nadat belanghebbenden gedurende 30 dagen in de
gelegenheid zijn gesteld daartegen schriftelijk bezwaren in te dienen.