Wonen 26 oktober 1989
VII Resultaten van het vooroverleg ex art. 10 BRO
nr97
In het kader van het vooroverleg als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de
Ruimtelijke Ordening is het ontwerp-bestemmingsplan aan de volgende instanties
toegezonden:
1. Eerstaanwezend Ingenieur der Genie
2. Direkteur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg
3. Rijkskonsulent voor Handel, Ambacht en Diensten in Noord-Holland
4. Het Dagelijks bestuur van het gewest Kennemerland
5. Het Hoogheemraadschap van Rijnland
6. Hoofdingenieur-Direkteurtevens inspekteur van de Volkshuisvesting in de
provincie Noord-Holland
7. Hoofdingenieur-Direkteur van de Rijkswaterstaat in de direktie Noord-Holland
8. Hoofdingenieur-Direkteur van de Provinciale Waterstaat Noord-Holland
9. lnspekteur van de Ruimtelijke Ordening in de provincie Utrecht en Noord-Holland
10. Inspekteur van de Volksgezondheid voor de hygiëne van het milieu voor
Noord-Holland
11. Provinciale Planologische Dienst
12. Direkteur van het Ondersteuningsinstituut Noord-Holland
13. Direktoraat-Generaal Energie van het Ministerie van Ekonomische Zaken
1ADirekteur-Generaal van het Staatsbedrijf der P.T.T., direktoraat radiozaken
15. Noord-Zuid-Hollandsche Vervoermaatschappij
16. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem e.o.
17. Kontakt Milieubescherming Noord-Holland
18. RijkswaterstaatDienstkring Haariem
Van de op deze lijst onder de nummers 4, 5, 10 en 13 genoemde instanties is geen
bericht ontvangen, zodat -gelet op de aanbiedingsbrief- aangenomen mag worden
dat het plan hen geen aanieiding geeft tot het maken van opmerkingen.
De onder de nummer 1, 2, 7, 9, 14, 15, 17 en 18 genoemde instanties hebben dit
schriftelijk kenbaar gemaakt.
De overige instanties hebben gereageerd zoals hierna is weergegeven.
Waar deze reakties een antwoord verlangen, is bij de betreffende passages daarop
ingegaan.