Wonen
26 oktober 1989
nr. 97
Nu op dit punt geen informatie wordt gegeven, is het ons ook niet mogelijk
een oordeel te vormen over de vraag of en zo ja, in hoeverre dit plan in
overgrote meerderheid door de bevolking gedragen en gewenst wordt.
Hoofdstuk VI van de toelichting is inmlddels aangevuld.
Uit het in dit hoofdstuk opgenomen verslag van de hoorzitting blijkt dat
het plan voldoet aan de maatschappeiijke uitvoerbaarheid
16. Kamer van Koophandel en Fabriek voor Haarlem e.o.
Het heeft onze kamer verheugd dat het college van burgemeester en wethoude*
er in is geslaagd om samen met de betrokken ondernemer een aiternatieve
lokatie voor het tuincentrum (thans gevestlgd aan de B. van Lennepweg) te
vinden. Wij zijn er van overtuigd dat het bedrijf zonder bezwaren in de
nieuwe orogeving kan worden geïntegreerd
Met betrekking tot de bij de bestemming "Tuincentra" behorende kas merken
wij op dat deze kas een nokhoogte zal krijgen van 4.20; op de kaart is
echter een maximaie hoogte van 3.00 meter aangegeven.
In artikel 9, lid 4, sub b, is bepaald dat gebouwen ten dlenste van een
herstelinrichting voor automobielen uitsluitend mogen worden gebouwd
binnen het bouvrvlak waar op de kaart een aanduiding is aangebracht. Deze
aanduiding ontbreekt evenwel.
In artikel 9, lid 8 wordt verwezen naar de in lid 2 onder b opgenomen
mogelijkheid om een garage te vestigen. Naar ons oordeel is deze mogelijk-
heid opgenomen in iid 4 sub b.
De opmerkingen ten aanzien van de voorschriften en de piankaart zijn over-
genomen en verwerkt.
Provinciale Planoiogische Commissie van Noord-Holiand
De commissie deelt mee dat de gemaakte opmerkingen uit het vooroverleg
op goede wijze in het plan zijn verwerkt en dat het plan na aanpassing
van de hierna genoemde vrijstellingsregeling voor bedrijven verder in
procedure kan worden gebracht.
De commissie adviseert om gevolg te geven aan de sugge6tie van de
Rijksconsulent voor Economische Zaken in Noord-Holland om voor bedrijven
uit de categorie 3 van de Staat van Inrichtingen die wat betreft de mate
van hinderlijkheid overeenkomt met c.q. niet uitstijgen boven bedrijven
uit de categorieën 1 en 2.
De in artikel 9 opgenomen vrijstellingsmogelijkheid is in deze zin aan-
gepast
Behoort bij raadsbesluit van 26 oktober 1989 nr. 97.
De secretaris,
de voorzitter,