APZ 26 oktober 1989 98
OPHEFFING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING CIVOB
Heemstede, 10 oktober 1989
Aan de raad,
Met de vaststelling van het beleidsplan Bestuursdienstonderwijs CIVOB-
Bestuursacademies op 21 april 1988 heeft de ledenraad van het Centraal
Instituut Vorming en Opleiding Bestuursdienst (CIVOB) besloten tot
wijziging van de bestuurlijke structuur van het CIVOB en de bestuurs-
academies. Hierdoor wordt de vaststelling van een nieuwe gemeen-
schappelijke regeling voor het CIVOB noodzakelijkDe ingangsdatum van
deze nieuwe regeling is bepaald op 1 januari 1990. Tevoren dient even-
wel de opheffing van de huidige gemeenschappelijke regeling plaats
te vinden. Voor deze opheffing heeft het CIVOB bij schrijven van
juli 1989 de medewerking van uw raad gevraagd, daar tot opheffing
van de regeling pas kan worden overgegaan indien tenminste
tweederdedeel van het aantal deelnemers daartoe besluit.
Door uw medewerking te verlenen aan de opheffing van de gemeen-
schappelijke regeling wordt een besluit van de deelnemers uitgevoerd.
Bovendien lijken tegen deze opheffing geen formele bezwaren te zijn.
Met het liquidatie- en personeelsplan is voldaan aan de in de huidige
regeling gestelde eisen en het betreffende georganiseerd overleg
heeft hiermede ingestemd.
Ten aanzien van het financiële aspect kan het volgende worden op-
gemerkt. Met de opheffing en beëindiging van de directe relatie van
de lagere overheden met het CIVOB komt per 1 januari 1990 de directe
bijdrage aan het CIVOB te vervallen. Omdat het CIVOB als instituut
niet wcrdt opgeheven en het de werkzaamheden ten behoeve van de
vorming en opleiding voor de bestuursdienst van gemeenten, provincies
en waterschappen blijft uitoefenen, zullen overeenkomstig het beleids-
plan de bestuuracademies de bijdrage ten behoeve van het CIVOB innen
naast de bijdrage voor de academie zelf.
- 1 -