190
26 oktober 1989
VIII. Reoraanisatie groenvoorzienlng. (volgnr. 99)
De heer De Brulin zegt, dat op het gebied van de groen-
voorziening van Heemstede de laatste jaren nogal wat te
doen is geweest. Ten eerste leest spreker in het rapport
Organisatie-onderzoek van meil989, dat in dit raadsvoor-
stel aan de orde is, dat het aantal formatieplaatsen bij
de afdeling Groenvoorziening in de loop van de laatste
zeven jaar is teruggelopen van 35,8 naar 28,9. En volgens
dat raadsvoorstel wordt de formatie vastgesteld op 23,25.
In totaal een teruggang derhalve van 12\ formatieplaats,
oftewel van éénderde.
Ten tweede werd voor het onderhoud van de plantsoenen
overgegaan op beheersniveau 2b een wijze van plantsoenon-
derhoud die als "schraal" en "aanvaardbaar verzorgd" wordt
betiteld. Het is onderhoud door middel van houtsnippers
Ten derde werd het aantal ploegen in 1988 teruggebracht
van zeven, namelijk zes wijkploegen en een snoeiploeg, tot
drie wijkploegen. De diverse posthuizen werden opgeheven
en vervangen door een centrale start- en pauze-akkommoda-
tie.
Ten vierde werd voor het wandelbos Groenendaal een maand
geleden besloten tot het gaan voeren van een natuurtech-
nisch beheer; in het kort gezegd: Groenendaal wordt meer
bos dan park. Eén en ander zal minder arbeidstijd vergen.
Ten vijfde werd eveneens een maand geleden besloten om van
de gemeentelijke kwekerij het onderdeel bloemisterij af te
stoten, een onderdeel dat Heemstede sedert een reeks van
jaren een fleurig aanzien heeft gegeven.
Ten zesde werd het plantsoenonderhoud in de Rivierenwijk
- zij het bij wijze van experiment - uitbesteed.
Naar spreker dacht een nieuw fenomeen.
Bij dit alles dient dan ook nog te worden bedacht, dat de
oppervlakte plantsoenen de laatste jaren verder is toege-
nomen door nieuwe wijken, namelijk Merlenhoven en Blekers-
vaart. En er komen nog twee nieuwe wijken bij, te weten
Groenenhoven en Prinseneiland.
Het door spreker opgesomde heeft tot gevolg gehad, dat
onder het personeel in de loop van de tijd veel onvrede is
ontstaan. In eerdergenoemd rapport staat een opmerking van
één van de plantsoenmedewerkers die boekdelen spreekt,
namelijk: "We voelen ons eerder vuilnisman dan hovenier".
Begrijpelijk, als er steeds minder specifieke vakkennis
wordt vereist. En tijdens de vergadering van de commissie
voor personeel op 12 september j.l. zei een aanwezige
plantsoenmedewerker"Het werk kan niet meer naar behoren
worden uitgevoerd. Deze situatie doet zich al voor vanaf
de reorganisatie van 1981. Het kaarsje bij de medewerkers
gaat uit."
Het reorganisatieplan, dat thans aan de orde is, gaat er
van uit dat er niemand ontslagen zal worden. Voor ieder
die zijn funktie verliest wordt een andere gelijkwaardige
betrekking gezocht. Dat is een uitstekend uitgangspunt.