22 december 1989 300 antwoord schept verwarringEr wordt gezegd dat nader beantwoord dient te worden wat onder "een voor het publiek bestemd gebouw" dient te worden verstaan. ilet valt wel onder de bestuurli.jke verantwoordeli.jk- lieid van de vereniging en het heeft ook te maken met de eis die gesteld kan worden, dat de voor het publiek bestemde ruimte bereikbaar en toegankeli.jk is voor rolstoeigebruikersHet gegeven antwoord is naar sprekers mening volstrekt onvoldoende en hi.j verzoekt of de plaat- seli.jke bouwverordening daarop kan worden aangescherpt De heer Nawi.jn verzoekt PH om fiari te geven op welk soort van gebouwen de fraktie doelt, want dat is hem niet heiemaai duideli.jk. De heer Divendal deelt mede, dat in de vraag al een vcmrbeeld is genoemd, nameli.jk het recent gereedgekomen tenniscomplex in GroenendaalDat is voor gehandicapten heel slecht bereikbaar. De heer Nawi.jn leest uit het antwoord dat op het gebied van de toegankelijkheid er eisen gesteld kunnen worden, wanneer de bouw van overheidswege wordt gesubsidieerd. Spreker denkt dat in algemene zin door de gemeente niet kan worden geëist, dat een dergelijk gebouw wel of niet toegankelijk wordt gemaakt maar spreker laat het antwoord graag aan de wethouder over. De heer De Bruijn deelt mede, dat ook zijn fraktie met het antwoord enige moeite had. Want of het nu een openbaar gebouw of een HÎet-openbaar gebouw is en of het nu in de bouwverordening staat. of niet, het is zonder meer noodzakeli.jk dat deze voorzieningen worden aangebracht. En als het niet in de bouwverordening zou staan, dan zou bi.j het verlenen van de bouwvergunning er toch gevraagd kunnen worden het pad minstens één meter breed te maken, zodat men met een rolstocj omhoog kan gaan. Dat zou toch in goed overleg kunnen gebeuren? Niet afgedwongenmaar gewoon gevraagd. Het formele in het antwoord heeft de CDA-fraktie een beetje verbaasd. Wethouder mevrouw Beets deeLt mede van mening te zijn, dat daju- waar het binnen de mogelijkheden ligt er zoveel mogelijk op moet worden gelet en er voor moet worden gezorgd, dat gebouwen waar de gemeente ook maar iets mee van doen heeft, toegankelijk voor gehandieapten moeten zi.jn. Met lietrekking tot het antwoord op de vraag, wanneer van een voor het publiek bestemd gebouw kan worden gesproken zegt spreekster, ilat wanneer het antwoord niet konkreet kan worden gegeven, het heeL moeilijk is om te bepalen of de onderhavige bepaling in de lx>uw\eror- dening er nu wel of niet op van toepassing is. Want gaat men er in het gegeven voorbeeld vanuit, dat het een get»uw zou zi.jn van een partikuliere t.ennisvereniging, dan kan die vereniging ook eisen stellen en bepalen wie er wel en niet mogén komen. Spreekster gaat er ovengens onmiddellijk vanuit, dat de betreffende vereniging gehandicapten alleen maar welkom zal heten, dus dat dat het argument niet geweest zal zijn. Zou de overheid eisen willen stellen, dan zal men zich ook moeten realiseren dat daar financiële middelen voor ter beschikking worden gesteld. Spreekster vindt dat de heer De Bruijn het mogelijk wat te simpel ziet. Het zi.jn niet uitsluitend de kosten van het toegangspad, maar ook voor de voorzieningen in het gebouw, bijvoorbeeld het toilet dat aangepast moet worden, is geld nodig. Spreekster wil overigens bezien of in de Sportverordening ten aanzien van verenîgngsgebouwen voor zover de gemeente daar een financiéle rol in speelt, eisen terzake kunnen worden opgenomen, want op zichzelf is dit een uitstekende zaak.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1989 | | pagina 25