277 22 december 1989 de burgemeesterals korpsbeheerderdringend te verzoeken, de inwoners van Heemstede in de gelegenheid te stellen te reageren op het ak— tiviteitenplan politie alvorens dit in de raad wordt behandeld. Was getekend: R. van Schalkwijk, H.J. Bleekemolen, H.A.Th.G. IJsselmuiden. voorzitter zegt dat daar gisteren al ten overvloede over is gesproken. Spreker legt die motie straks naast zich neer, als die mocht worden aangenomen. Spreker is van oordeel dat deze motie een bevoegd- heid naar zich trekt, die niet aileen aan de raad is, maar ook zeker niet in de inspraak thuishoort. Als men het heeft over prioriteiten bij de politie dan heeft men het over een bevoegdheid, die wordt gedeeld door de burgemeester en door de officier van justitie. De burgemeester heeft van die bevoegdheid maar een heel klein gedeelte, dat is de kwestie van de openbare orde en veiligheid. De justitiële aangelegen- heden zoals het vervolgingsbeleid daarvan, de prioriteitsbepaling en het beleid van de politie, behoort tot het overgrote gedeelte bij de officier van justitie. Spreker is niet van plan in een overleg met de bevolking de schijn te wekken, dat er op die manier bevoegdheden naar beneden kunnen worden gedecentraliseerd. Zo ligt die zaak niet. Het is de raad bekend dat spreker daar zo over denkt en in het verleden is er met de vorige officier van justitie in een vertrouwelijke sfeer een vergadering met de raad geweest, waarin de officier van justitie en spreker zelf bereid waren, naar aanleiding van deze materie, met de raad van gedachten te wisselen. Spreker hoopt, dat het zeer binnenkort weer zo ver kan komen, dat de officier van justitie in een besioten vergadering, dus in een niet-officiële raadsvergaderingbereid zal zijn om met de gemeenteraad van gedachten te wisselen over het prioriteitenbeleid. Over de uitsluitende bevoegdheid met betrekking tot justitiële aangelegenheden wordt door de officier van justitie geen verantwoording naar beneden afgelegd. Die is verantwoording naar boven schuldig; naar uiteindelijk de minister van justitie zelf. Van daaruit loopt de lijn naar de Tweede kamer. Spreker kan daar niets aan veremderen. Hij heeft de intentie echter heel goed begrepen. Daarom is spreker gaarne bereid om over deze kwestie als zodanig in de eerstko- mende vergeidering van de comnissie openbare orde en veiligheid van gedachten te wisselen. Spreker denkt ook, dat er wellicht andere vormen denkbaar zijn, die heel goed aanvaardbaar zijn voor de bevolking en waarbij meer begrip en voorlichting gegeven kain worden over datgene wat de politie op zijn weg ontmoet aan problemen. De heer Van Schalkwijk zegt, dat de raad niet wil treden in formele bevoegdhedendie liggen hetzij bij de burgemeesterhetzij bij de officier van justitie. Het is een dringend verzoek van de gehele raad, zoals uit de ondertekening van de motie kan worden afgeleid, om een vorm te vinden waarin de inwoners betrokken kunnen worden bij de problematiek van de prioriteitstelling bij de politie. Die overwegingen staan in de motie verwoord en spreker denkt, dat het van belang is, dat daar wegen voor gevonden worden. Het is een dringende uitnodiging aan het adres van de voorzitter om die wegen en vormen te vinden. A. Huxley heeft eens gezegd, dat een gedeelde verantwoordelijkheid geen verant- woordelijkheid is. De raad heeft de indruk dat er met name in het politiebestel een toch wat onduidelijke situatie is. Spreker heeft zelfs tijdens de discussie rondom de vorming van de nieuwe politie van de zijde van een officier van justitie gehoord dat het voor een officier van justitie ingewikkeld is, om invloed uit te oefenen op de prioriteitenstelling met betrekking tot de politie, omdat de bur- gfmieester als korpsbeheerder daar zo'n grote stem in heeft. Spreker

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1989 | | pagina 2