WE
2 2 februari 1990
12
BESLUIT
de bedragen als bedoeld in artikel 102, le lid, onder a
tot en met d van de Wet op het Basisonderwijsvoor het
kalenderjaar 1986, als volgt vast te stellen;
a. werkelijke uitgaven
art102, lid 1, sub a WBO) 413.780,70
b. bedrag van voorlopig beschikbare
vergoeding
artikel 102, le lid, sub c WBO) 334.524,83
-bedrag waarmee de beschikbare vergoe-
ding de uitgaven overschrijdt
-bedrag waarmee de kosten de voorlopig
beschikbaar gestelde vergoeding
overschrijden 79.254,93
c. bedrag van aanvullende ontvangsten
(artikel 102, lid 1, sub c WBO)
d. staat van getroffen voorzieningen ten
behoeve van het openbaar basisonderwijs
(artikel 102, lid 1, sub d WBO)
-vernieuwing/vervanging/onderwijsleerpkt
storting 43.991,05
onttrekking 16.875,35
27.115,70
Heemstede, 22 februari 1990
De raad voornoemd,
ar îs
De voorzitter.