WE
22 februari 1990
nr1
OP grond van het 3e lid van genoemd artikel worden
buiten beschouwing gelaten de uitgaven voor administra
tie, beheer en bestuur en voor de materiële instandhou
ding van het onderwijs in lichamelijke oefening.
Om de 5 jaar stelt de raad (blijkens het 4e lid)
voorlopig vast het totaal van de vastgestelde uitgaven
en ontvangsten in de voorafgaande 5 kalenderjaren
Indien de uitgaven hoger zijn dan de ontvangsten
bepaalt de raad tevens het bedrag van overschrijding
Na sluiting van de rekening stelt de raad de
ontvangsten, uitgaven en de overschrijding - zo nodig
gewijzigd vast -, waarbij tevens het overschrijdings-
bedrag uitgedrukt wordt in een percentage van het
totaal van de genoemde ontvangsten.
Het overschrijdingsbedrag waarop de besturen van de
bijzondere basisscholen aanspraak hebben, wordt vastge-
steld door dit percentage te vermenigvuldigen met het
totaal aan ontvangsten bijzondere basisscholen
Vooruitlopend op de overschrijdingsuitkering ingevolge
de vijfjaarlijkse afrekening is het wettelijk mogelijk
een voorschot te verlenen.
Op grond van artikel E 26b van de Overgangswet Wet op
het Basisonderwijs wordt in afwijking van het bepaalde
in artikel 102, 4e lid WBO) het overschrijdingsbedrag
voor de eerste maal berekend over de periode van
1 augustus 1985 tot en met 31 december 1990.
Bijgaand ontwerp-besluit heeft betrekking op voorlopige
vaststel1ing van bedragen over 1987.