en hij gedurende een tijdvak van ten minste één jaar onmiddellijk
voorafgaande aan het besluit als bedoeld in a, b, c en d de woning
heeft bewoond.
2.2 Burgemeester en wethouders kunnen aan de bewoner een bijdrage
toekennen in verband met de uitvoering van voorzieningen aan
de woning waarvoor ingevolge een besluit van het gemeentebe-
stuur geldelijke steun is verleend op grond van de RGSVH'87,
terwijl de bewoner niet verhuist.
2.3 Indien in de woning meerdere bewoners wonen kunnen burgemees-
ter en wethouders de bijdrage verdelen naar rato van het
aantal bewoners.
2.4 Deze verordening is niet van toepassing op bewoners van:
a. de woningen die niet geschikt of bestemd zijn om gedurende
het gehele jaar door dezelfde persoon of personen te
worden bewoond;
b. verzorgingstehuizen voor bejaarden;
c. woonwagens als bedoeld in de Woonwagenwet
d. woonschepen als bedoeld in de Wet op de woonwagens en
woonschepen;
Artikel 3. Andere steun
3.1 Indien de aanvrager op grond van andere regeling een bijdrage
toegekend kan krijgen voor verhuizing en/of herinichting
kunnen burgemeester en wethouders die in mindering brengen op
de bijdrage.
3.2 De bijdrage wordt niet toegekend indien in verband met de
stads- en dorpsvernieuwingsactiviteiten reeds eerder een
bijdrage voor verhuis- en herinrichting aan bewoners van de
betreffende woning is toegekend.
Artikel 4. Voorschriften bij toekenning van de bijdrage.
Burgemeester en wethouders kunnen an het toekennen van een bijdra-
ge in het belang van de stads- en dorpsvernieuwing dan wel de
volkshuisvesting voorschriften verbinden.
Artikel 5. Stopclausule
5.1 Burgemeester en wethouders kennen slechts bijdragen toe voor
zover het voor het betreffende jaar vastgestelde budget
toereikend is.
5.2 Indien voor het betreffende jaar een budget is vastgesteld
van f 0,00 (0 gulden) worden aanvragen niet-ontvankelijk
verklaard.