26 apri1 1990 82 de rand van het stedelijk rEmdsteidÄebeuren wordt er niet gemakkeli jker op; ook al hebben wij ons best gedaanhet. komende verlies van onze eigen nutsbedri jven mt?t alle denkbare waarlxirgen te omringen, het blijft een versohraling en een belangrijke vei-mindering van onze eigen gemeentelijke positie. Steeds weer za1 het gewestelijk samengaan en samendoen onze toekomst bestuurlijk zijn. De politie staat tenslotte ook, als de tekenen mij niet bedriegen, voor een belangrijke reorganisatie, die haar positie in het hart zal raken en transformeren van gemeentelijk naar regionaal. De raad had steeds meer belangstelling voor het politiewerk, dat ook nog met steeds minder personen gedaan moet worden. Een grotere intensiteit van samenwerken in het gebied ten zuiden van Haarlem is onvermijdelijk, willen wij een voldoende veiligheidsnorm in ons gebied overeind houden. Wat tot nadenken stemt is ook bij dit onderdeel van zorg, dat het denken in Den Haag wel erg makkelijk wordt afgestemd op de stelling dat alle heil vanuit de centrale gemeente gestalte dient te krijgen. Zeker is dat een zo groot mogelijke verankering van de politie in en aan het gemeen- telijk politieke gebeuren in iedere gemeente ons aller doel zou moeten zijn. Het eigen gemeentelijk zelfstandig en autonome gebeuren staat echter steeds meer op de tocht. Het zal nog wel even duren, maar het. creatief durven omgaan ook met onze territoriale grenzen zou in een komende periode weleens op de agenda kunnen komen. Zelfs in Kennemer- land een gesprek hierover beginnen met onze collega-gemeenten, zonder van te voren stellingen in te nemen, zal een meer weerbare positie kunnen garanderen als onverhoopt plotseling - want deze dingen gebeuren altijd plotseling - een plem bij ons zou worden neergelegd. C)nze positie is zeker niet rianter dan die van bedrijven, die zich in een verenigd Europa met de mogelijkheid van samengaan met anderen dagelijks bewust dienen te zijn. Geen gezellig verhaal dit jaar. Jammer, erg jamner Ja dames en heren, ik moet nu overschakelen naar een wat emdere toon, want nu kom ik op het punt, dat ik enkelen van u persoonlijk moet toespreken en wordt het wat gevoeliger allemaal. Wij hebben ai zo'n paar dagen achter de rug in dit opzicht. Gisteren de lEiatste luneh met B&W en daar kwamen we ook tot geweldige olympische toestanden met elkaar. Meneer Mulder had het zojuist al over radiogeluidendie ik ook heb opgevangen. Even daarvoor had ik de bekende quatre-mains van Sohubert gehoord, die u allememl wel kent en toen dacht ik ook onmiddeliijk aan de vertrekkende raadsleden. Want dit afscheid moet u tooh als een gebeurtenis beschouwen. Het zijn eenmalige dingen. Het. raadslidmaatschap in Heemstede is een buitengewoon intensieve zaak. Het met elkaar omgaan is, op zichzelf genomen, voor ieder vem de deelnemers een vreugde en ik denk dat het voor degenen, die vaak na heel wat jaren daarmee stoppen een gebeurtenis is, die je niet in de koude kleren gaat zitten. Ik mag dan een aantal van u toespreken en ik begin met de heer Van Sehalkwijk. U was een kort.lopend wonderkind. U kwam plotseling in de fraktie. Wie is dat eigenlijk? Gh, dat is een nieuwe FTO-man. De heer Borghouts heeft nog ongeveer een jaar gefungeerd en plotseling was de heer Van Schalkwijk fraktievoorzitter. En we hadden in dat jaar toch al gemerkt, dat u het in zich had. In zo'n combinatie als PH heb je - ik moet zo langzamerhand al zeggen: had je - toch echt wel politieke gaven nodig om dit soort van banen in klein bestek te kunnen bedrijven. Ze zeggen altijd van de schilders van Nederland, dat ze meesters zijn om in een klein bestek de zaak samen te vatten en te beheersen. Nou dat komt politiek ook vaak aan de orde. Wij hecht.en aan onze kleinere verbanden. I'artijen zijn net zoals kerken in veelvoud aanwezig en je moet over een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1990 | | pagina 21