wo
28 juni 1990 nr. 66
De licjqinq van de in "Merlenhoven 1990" opgenomen gebieden
qeeft hier ook alle aanleiding toe. In de inleiding îs ver
woord waarom voor onderhavige gebieden een apart plan vervaar
digd is en deze niet, zoals verwacht had kunnen worden, mee
genomen zijn in het grote plan. ioqtm ihc
Het voornemen, om een aan het plan "Merlenhoven 1987» iden-
tieke regeling te vervaardigen, is reeds bi^ de vaststellmg
van dat plan (24 september 1987) uitgesproken.
De situatie tuin direct grenzend aan een openbare bestemming
zoals verkeerverblijfsgebied of groen komt in de wi]k Mer-
lenhoven veelvuldig voor. Niettemin is er voor gekozen er-
fafscheidingen beperkt in hoogte te laten zijn. Hieraan lig
ten qrondslag het open karakter van de wi]k enigszins te
kunnen bewerkstelligen (overigens valt voor geen van de recla
manten de situatie achtertuin direct grenzend aan openbare
parkeergelegenheid waar te nemen)t i
In de behoefte aan een hogere erfafscheiding kan eventueel
voorzien worden met behulp van beplanting.
Gewezen wordt in dit verband op artikel 6, lid 3, sub h van de
voorschriften van het plan waarin ondermeer îs bepaald dat de
hoogte van een erfafscheiding in het verlengde van de woning-
scheidende wanden en zijgevels over de eerste 2.5 meter 1.80
meter hoog mag zijn. Mogelijkheden om een gevoel van pnvacy
te krijgen, biedt het plan dan ook in voldoende mate.
In de behoefte aan bergruimte voor tuingereedschap e.d. îs
voorzien in het plan. Artikel 6, lid 3, biedt de mogeliDkheid
voor het bouwen van een berging van vier vierkante meter, me
een bouwhoogte gelijk aan die van de erfafscheiding zoals ter
plaatse is toegestaan.
Een verdere bebouwing met hiervan afwijkende tuinhuisjjes kan
om het eerder genoemde open karakter geen geweld aan te doen
niet toegestaan worden.
juist ook om dit open karakter te bewerkstelligen en te be
schermen is de bestemming "tuin" met bijbehorende beperkingen
ten aanzien van bebouwingsmogelijkheden, in plaats van erf
voor de achtertuinsituaties gehanteerd.
Deze wijze van bestemmen komt eveneens voor în het plan Me-
rlenhoven 1987" en in recent voor andere woongebieden vastges
telde bestemmingsplannen. Van een afwijkende bestemmings-
regeling kan dan ook niet gesproken worden.
ad 2
De bêpalingen in het bestemmingsplan omtrent de toelaatbaar-
heid van aantal (één aan de voorzijde en één aan de achter-
zijde van de woning) en breedte van dakkapellen, zoals om
schreven in artikel 4, lid 3, sub c en d, zijn weloverwogen
genomen.
De bouwplannen voor de onderhavige woningen zi]n desti]ds door
de welstandscommissie uitvoerig bekeken en becommentarieerd
Expliciet is hierbij uitgesproken dat in het achtergevel
3