WE 30 augustus 1990 nr- 78
WOONRUIMTEVERORDENING 1990
EN NADERE VOORSCHRIFTEN
Heemstede, 4 juli 1990.
Aan de raad.
Enige jaren geleden is op initiatief van het gewest Zuid-Ken-
nemerland een voorbeeld-woonruimteverordening opgesteld.
Deze verordening is variërend van grotendeels tot (vrijwel)
geheel door de gewestgemeenten overgenomen. Medio 1989 is de
verordening in de ambtelijke werKgroep huisvesting van het
gewest ter sprake gekowen.
Het bleek wenselijk on de verordening op een aantal punten aan
te scherpen. Als gevolg van jurisprudentie en de wijziging van
de WoonruimtebeschikKing 1984 diende de verordening op enige
punten aangepast te worden zoals de vaststelling van de "Nadere
voorschriften" door uw raad.
De voorbeeldverordening is door de VNG van commentaar voorzien
en aangepast.
Genoemde verordening is ook in de Kring woonruimteverdeling
besproken.
De kring heeft geadviseerd om voor de "Nadere voorschriften
die een belangrijke plaats innemen, een raammodel op te stellen.
Waarom een raammodel?
In de eerste plaats wordt in de verordening een aantal elementerv
zoals passendheidseisen en urgentiebepaling,slechts in algemene
zin genoemd. Deze elementen dienen in de door uw raad vast te
stellen "Nadere voorschriften" uitgewerkt te worden.
In de tweede plaats beoogt het raammodel dat de gewestgemeenten
een tot od zekere hooate veraeliikbaar svsteein gaan hanteren,
niet alleen bij de inschrijving van woningzoekenden, maar ook
bij de vergunningverlening en de urgentiebepaling.
Uit een oogpunt van uniformering van regels is het wenselijk dat
de gewestgemeenten het raammodel zoveel mogelijk overnemen.
Het ontwerp van de Woonruimteverordening 1990 gaat hierbij.
De voorbeeld-woonruimteverordening van het gewest is vrijwel in
haar geheel overgenomen. Er zijn van onze kant enige tekstuele
wijzigingen aangebracht zoals in artikel 1, lid 2 en artikel 7
i.p.v. een "doelmatige verdeling" een evenwichtige verdeling (in
de ontwerp-huisvestingswet wordt het woord evenwichtig ge-
bruikt)
In artikel 6, lid 4 van de woonruimteverordening 1986 staat dat
om de twee jaar een heronderzoek onder de ingeschreven woning-
zoekenden wordt gehouden. In verband met de automatisering van
het register van woningzoekenden moet het mogelijk zijn eens per
jaar een heronderzoek te houden om een zo'n up-to-date mogelijk
bestand te krijgen. In artikel 10, lid 4 .van het ontwerp woon-
ruimteverordening 1990 is een en ander opgenomen.
In artikel 12, lid e,is het gevolg opgenomen indien een in-
geschrevene de informatie niet verstrekt.
In artikel 12 van het ontwerp woonruimteverordening 1990 zijn de
redenen opgenomen waardoor een inschrijving komt te vervallen.
1
