APZ
27 september 1990
nr85
van deqenen dle op de dag voorafgaande aan de fusie, aan
de ene bij de fusie betrokken school waren aanqesteld
(lijst I) en
b. een lijst die de afvloeiingsvolgorde aangeeft van degener
die op de dag voorafgaande aan de fusie, aan de andere
bij de fusie betrokken school waren aangesteld (liist
II);
c. de op de onder a respectievelijk b van dit lid bedoelde
lijsten neer te leggen volgorde van de in dit lid genoem-
de onderwijsgevenden wordt bepaald door de onderlinge
afvloeiingsvolgorde van betrokkenen op de dag voorafgaan-
de aan de fusie en met inachtneniing van het bepaalde in
de artikelen 4 en 4b.
3. De in het fusieprotocol neer te leggen afvloeiingsvolgorde
van de in lid 2 genoemde onderwijsgevenden wordt als volgt
bepaald:
a. de onderwijsgevende die op de dag voorafgaande aan de
fusie directeur was en die op de dag waarop de fusie is
gerealiseerd, geen directeur is, vloeit als laatste van
de onderwijsgevenden af. Indien het om meer dat één ex-
directeur gaat, is hun diensttijd bepalend voor hun
onderlinge volgorde en in geval van gelijke diensttijd
wordt de jongste in leeftijd lager in volgorde geplaatst.
b. voor de overige onderwijsgevenden worden de in lid 2
bedoelde lijsten I en II als volgt van onderop ineengewe-
ven;
1. onderaan de onderwijsgevende met de kortste dienst-
tijd, ongeacht de lijst waarop de onderwijsgevende
is vermeld en in geval van gelijke diensttijd komt
de jongste in leeftijd het eerste in aanmerking;
2. vervolgens de onderwijsgevende van de andere lijst
met de kortste diensttijd - in geval van gelijke
diensttijd komt de jongste in leeftijd het eerste in
aanmerking - en vervolgens om en om.
4. Bij beëindiging van de door het bevoegd gezag verstrekte
aanstelling aan de desbetreffende basisschool,vervalt de
plaats van de onderwijsgevende op het fusieprotocol
5. De onderwijsgevende die overeenkomstig de artikelen 2 en 3
v°or afvloeiing in aanmerking komt, wordt voor ontslag over-
geslagen, indien deze op het fusieprotocol een hogere dan de
laatste plaats inneemt, met inachtneming van het in artikel
2, vierde lid, bepaalde.
6. Het vijfde lid is niet van toepassing op de onderwijsgevende
die aan het bevoegd gezag schriftelijk te kennen heeft gege-
ven geen bezwaar ten afvloeiing te hebben, met Inachtneming
van het in artikel 2, vierde lid, bepaalde.
7. Op de dag dat de fusie ingaat, vervallen de voor de bij de
fusie betrokken basisscholen opgestelde protocollen als
bedoeld in artikel 4, dan wel indien de fusie plaats heeft na
1 augustus 1990 het protocol voor de desbetreffende school
als bedoeld in artikel 4b.