VI
m
■g'ij
WE
20 december 1990
128
De în het eerste, tweede en derde lid bedoelde aantallen
Kinderen worden twee maal per jaar op door burgemeester en
wethouders vast te stellen peildata vastgesteld.
artikel 20
VerblijfsruiMte kindercentra
1. Elke groep heeft een afzonderlijke vaste verblijfsruimte.
2. Voor elk kind moet per verblijfsruimte minimaal drie
vierkante meter netto speel-/werkoppervlak beschikbaar
zijn bepaald overeenkomstig NEN 2630.
3. Het kindercentrum dient te beschikken over een voldoende
beveiligde buitenspeelruimte, waarvan de oppervlakte
minimaal vier vierkante meter per spelend kind bedraagt,
bepaald overeenkomstig NEN 2630.
S—2SPecifieke regelen per voorzieninq
artikel 21
Specifieke regelen kinderdagverblijven
1. Een groep van kinderen in de leeftijd van 6 weken tot
anderhalf jaar heeft, naast een vaste verblijfsruimteeen
aparte slaapruimte.
Kinderen, die ouder zijn dan anderhalf jaar moeten kunnen
slapen in een rustige, afgescheiden ruimte.
3. Het aantal in artikel 19 bedoelde kinderen in een groep
staat onder leiding van ten minste twee functionarissen
4. De verbli jfsduur van een kind bedraagt ten hoogste 12 uur
per dag.
artikel 22
Specifieke regelen peuterspeelzalen
1. Het aantal in artikel 19 bedoelde kinderen in een groep
staat onder leiding van ten minste één functionaris en één
begeleider
2. De verblijfsduur van een kind bedraagt ten hoogste 4 uren
per dag.
artikel 23
Specifieke regelen buitenschoolse kinderverblijven
1. Het aantal in artikel 19 bedoelde kinderen in een groep
staat onder leiding van ten minste twee functionarissen
2. De verblijfsduur van een kind bedraagt ten hoogste 12 uren
per dag.
12