WE
20 december 1990
128
Nota bene
Er zijn in deze verordening geen afzonderlijke bepalingen op-
genomen over het voorkomen, beperken en bestrijden van brand en
het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand. Deze zaken
dienen geregeld te zijn in de brandbeveiligingsverordeningop
grond waarvan een ieder, die voor bijzondere doeleinden een
gebouw gebruikt, daarvoor vergunning moet aanvragen bij burge-
meester en wethouders.
Bij de opstelling van de verordening voor de kinderopvang is
ervan uitgegaan, dat de gewijzigde modelbrandbeveiligings-
verordening van oktober 1987 van kracht is. Hierin is in art.
26, lid 1, onder e., bepaald, dat het verboden is zonder ver-
gunning van burgemeester en wethouders een inrichting te ge-
bruiken, waarin aan meer dan tien kinderen jonger dan twaalf
jaar of aan meer dan tien lichamelijk en /of geestelijk gehan-
dicapten dagverblijf zal kunnen worden verschaft.
Voor (gast)ouders gelden geen bijzondere brandbeveiligings-
normenUitgangspunt is, dat hun woningen voldoen aan de normale
eisen, die daarvoor op grond van de brandbeveiligings-en bouw-
verordening gelden. Dit laat echter onverlet, dat de bemid-
delende functionarissen van het gastouderbureau globaal moeten
kunnen beoordelen of een woning inderdaad brandveilig is.
artikel 9
Fictieve weigering
Dit artikel bepaalt, dat als burgemeester en wethouders niet
binnen een termijn van twee maanden reageren, de vergunning of
het verzoek tot vrijstelling is geweigerd. Hierbij is niet
gekozen voor de constructie, waarbij de vergunning wordt ver-
leend indien na het verstrijken van de termijn nog niet gereage-
erd is, omdat hierdoor ongewenste situaties kunnen ontstaan en
een fictief verleende veigunning bovendien geen schriftelijk
besluit is, waardoor bezwaar of beroep op grond van de AROB niet
mogelijk is.
artikel 10 en 11
Geen opmerkingen.
artikel 12
Duur van de vergunning of vrijstelling
Gekozen is voor een termijn van vier jaren, omdat op de wijze de
mogelijkheid bestaat, dat alle vergunningen tenminste eenmaal
per zittingsperiode in het college van B&W aan de orde komen.
Uit praktische overwegingen is gekozen voor een stilzwijgende
verlenging van de vergunning cq vrijstelling.
19