WE 128 Heemetede, 11 december 1990. Aan de raad, Op l januari 1990 is de Stimuleringsmaatregel Kinderopvang in werking getreden. Doel van deze rijksbijdrage-regeling is het aantal kinderopvangvoorzieningen in Nederland uit te breiden. Op basis van artikel 14 van de Welzijnswet kunnen gemeenten gedurende 4 jaar een rijksbijdrage ontvangen voor het creëren van nieuwe opvangplaatsen voor kinderen, die de leerplichtige leeftijd nog niet hebben bereikt. De bijdrage mag uitsluitend worden bestemd voor opvangplaatsen in kinderdagverblijven en via gastouderbureaus Naast een uitbreiding van de opvangmogelijkhedenwil de njks- overheid ook komen tot een kwalitatieve verbetering van de kinderopvangIn verband hiermee is één van de voorwaarden om m aanmerking te kunnen komen voor genoemde rijksbijdrage, dat gemeenten vöör 1 januari 1991 een verordening op de kinder- opvang hebben vastgesteld. Deze verplichting is ook van toepassing op onze gemeente aan- gezien door ons een beroep is gedaan op genoemde rijksbijdrage- regeling voor de (gedeeltelijke) financiering van het nieuwe kinderdagverblijf "Bumme" aan de Reggelaan. Derhalve treft u hierbij een ontwerp-verordening aan. Te uwer informatie tekenen wij aan dat bij de opstelling van de verordening in grote lijnen gebruik is gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (V.N.G) voor dit doel opgestelde modelverordeningDe hierin geformuleerde kwali- teitseisen worden door het ministerie van W.V.C. onderschreven echter met dien verstande, dat zij als minimumeisen worden beschouwd. In verband hiermee worden in de voorliggende veror- dening geen lagere kwaliteitseisen gesteld dan opgenomen in de modelverordening, omdat anders met grote zekerheid mag worden aangenomendat het ministerie hiermee niet zal kunnen instem- men Reikwiidte van de verordenina. De verordening dient in ieder geval betrekking te hebben op kinderdagverblijven en gastouderopvang die geheel of gedeel- telijk met de rijksbijdrage worden bekostigd. Wij zijn echter van mening, dat hoewel dit niet verplicht is, ook alle andere Vormen van georganiseerde kinderopvang binnen de gemeente (bedrijfscrëchespeuterspeelzalen en buitenschoolse kinderopvang)zowel oud als nieuw, gesubsidieerd en niet-gesub- sidieerd, onder de verordening dienen te vallen. De reden voor deze brede reikwijdte is tweeërlei, te weten 1elke opvangvoorziening buiten het eigen huishouden dient aan bepaalde minimum kwaliteitseisen te voldoen, omdat de groep waarvoor deze bestemd is, gezien zijn jonge leef- tijd, nog zeer kwetsbaar en beïnvloedbaar is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1990 | | pagina 9