48
Onder al die degelijke en geestige talenten was er echter één
die, op een afstand bezien, met kop en schouders boven de an
deren uitsteekt; de grote tekenaar Charles Keene 1823-1891).
De andere coryphaëen van Punch hadden, al hun kwaliteiten ten
spijt, een routine-tal ent dat, geschoold door hun meestal
voortreffelijk vakmanschap, altijd op rolletjes liepKeene ech
ter was een klasse meer, zijn kunst begint eigenlijk pas waar
de anderen ophouden. Hij was niet de repetitie van zijn eigen
manier, maar een oorspronkelijk voorbeeld waaraan anderen hun
manier ontleenden.
Wie voor het eerst die oude jaargangen van Punch doorbladert,
zal de tekeningen van Keene wellicht nauwelijks als iets bij
zonders opmerken. Tussen de prenten van zulke bekwame colle
ga's als John Leech, George du Maurier, John Tenniel, Linley
Sambourne en Phil May, schijnt Keene van hetzelfde gehalte en i
geheel in hun rangorde passend. Eerlijk gezegd was ik zelf,
toen ik nog maar te hooi en te gras een paar van zijn teke
ningen gezien had, ook een tijdje slachtoffer van dit misver
stand. Tot ik op een dag plotseling inzag dat hij de unieke
was. Wanneer en waardoor dit inzicht doorbrak, weet ik niet
meer. Misschien was het door de uitspraak van Sir Henry Tonks
(de eminente leraar aan de Slade School) die, ter vergoelij
king van iemand wiens talent te kort schoot, placht op te
merken; „Well, he is not a Shakespeare or a Keene".
De stijl van Keene wa's geheel anders dan de caricatuur uit de
dagen van Rowlandson en Cruikshank. Keene was geen caricatu
rist en in geen enkele zijner tekeningen zal men iets aantref
fen, dat ook maar in dë verte op drastische overdrijving of
bijtende satyre lijkt. Maar hij was een volmaakt tekenaar, „the
Artists' Artist" zoals Sir Lionel Lindsay zijn boek over hem
noemde
Zijn tekeningen zijn het tegendeel van opdringerig of effect
vol. Hij blies niets op en wilde nooit overbluffen of de dui-
velstriller van de virtuositeit spelen. Zijn enorm talent ging
als het ware schuil achter het vanzelfsprekende en de
distinctie ervan. „On se sentait vraiment en présence de
quelqu'ün qui ignorait sa valeur." getuigde een franse bewon
deraar over hem. Niettemin was hij een zeer scherp observator.
Maar altijd mild. Er kan nauwelijks een tweede tekenaar gevon
den worden bij wie de „copieerlust des dagelijksen levens"