44
Jaggers zijn haas is een advocaat voor 'kwade zaken, hij-maakt
er zijn "beroep van misdadigers door middel van valse getuigen
aan de gerechtigheid te onttrekken» In dit menslievende stre
ven wordt hij terzijde gestaan door Wemmick. Wemmick engageert
de mannen, die trouwhartig voor de rechtbank verklaren, dat
zij op het tijdstip van de moord met de verdachte hebben zitten
kienen of dammen»
Alles loopt over Wemmick, hij ontvangt het geld, bezoekt de
gevangenen, spreekt met hun familie, maar doet intussen of hij
van niets weet. Alles moet aan Jaggers gevraagd worden.
Wemmick voert alleen zijn opdrachten uit. Hij is niet verant
woordelijk voor de beslissingen en handelingen van de grote
man. Maar ook onder elkaar houden ze de schijn op. Als één van
de leveranciers van getuigen al te openhartig dreigt te wor
den, geeft Wemmick hem een paar ferme porren en zegt zacht-
jess „Sufferd, domkop, moet je het hem (Jaggers) nu in zijn
gezicht zeggen!" Het gaat allemaal heel duister toe. Jaggers
doet alsof het eerlijke getuigen zijn en Wemmick weet ook al
niet beter. Zo brengt Wemmick zijn dagen door, van de ene
rechtsverkrachting stapt hij naar de volgende schurkigheid,
onverstoorbaar en cynisch, 's Avonds wandel hij door de stra
ten van Londen naar huis, begroet Aged P. hartelijk en opge
wekt, knutselt wat aan zijn huisje en schiet om negen uur pre
cies het kanonnetje af.
Ik geloof niet dat Dickens de consequenties van Wemmick's ge
wetenloosheid heeft doorzien. Dickens was er de man niet naar
om iets door te denken. Hij zag, hij noteerde met ongelooflijk
scherp waarnemingsvermogen, maar daarbij bleef het. Het lijkt
wel of die dingen er zijns ondanks in kwamen. Dickens dacht
er hoogstwaarschijnlijk niet over na 3 hij schreef het op, omdat
hij het gezien had. Chesterton vertelt over een oude dame die
met hem over een figuur van Dickens sprak en geheimzinnig
fluisterend zeis „Diekens wist het niet, maar hij dronk."
Dickens wist het niet, maar Wemmick was een schurk.
Wemmick doet mij sterk denken aan al dit plichtsgetrouwe amb
tenaren in het Derde Rijk, die zo vlijtig lijstjes invulden,
treintjes lieten lopen en gifgas bestelden. Om het in één
naam samen te vattens aan Eichmann.