70
uit A Tale of Two Cities is per ongeluk nobel geworden-
Zijn persoonlijke kennismaking met deze categorie "bestond
uit werkzaamheden op twee solicitors-kantoreneerst als
jongste "bediende, "bij Ellis Blackmore, later als junior law
dark "bij Molloy, dien hij, naar men aanneemt, als prototype
van "Vholes, een "buitengewoon onplezierig individu, gebruikt
heeft. Er is geen reden om aan te nemen, dat zijn herinnerin
gen uit dien tijd erg verdrietig waren. Zijn afkeer is dan ook
in de eerste plaats gericht tegen het recht en dit heeft
twee oorzaken: zijn Vader heeft, toen Dickens 12 jaar was,ge-
ruimen tijd in een debtor's prison doorgebracht en Dickens
zelf heeft in 1844 met volkomen theoretisch succes geproce
deerd tegen tegenstanders, die helaas geen verhaal bleken te
bieden, zodat hij zelf voor aanzienlijke kosten moest opkomen.
Hij was opgetreden tegen verregaand plagiaat van A Christ
mas Carol en Martin Chuzzlewit en in het gelijk gesteld^ hij
heeft echter nimmer kunnen vergeten, dat het praktische re
sultaat negatief was^ dit lag niet aan het recht of de advo
caten of de rechters maar aan de insolventie van zijn tegen-
partij;; Dickens nam het evenwel kwalijk aan het Engelse recht
en zijn beoefenaars.
Dertig jaar later schreef hij in een brief:
„I have that high opinion of the law of England which one is
likely to derive from the impression that it puts all the
honest men under the diabolical hoofs of all the scoundrels.
Ik makes me cautious of doing right: an admirable instance
of its wisdom."
De procedure in Pickwick is jolig. Pickwick is geschreven
vóór het proces van Dickens.
De procedure in Bleak House, Jarndyce versus Jarndyce, is
verre van jolig. Bleak House is dan ook later geschreven.
Pickwick's zaak wordt berecht door een rechter en een jury.
Jarndyce v. Jarndyce wordt berecht „in chancery"dat is zon
der jury - evenals Dickens' eigen proces.
Een summiere uiteenzetting van de techniek van de Engelse
rechtspleging moge volgen.
In Nederland is het systeem in wezen eenvoudig. Het recht
is neergelegd in wetten en in voorschriften - koninklijke be
sluiten, ministeriële beschikkingen, provinciale en gemeen
telijke verordeningen - welke bindende kracht hebben,omdat de