73 Mevrouw Bardell zal zichzelf wel aangepraat hebben, dat Pickwick haar ten huwelijk had gevraagd en het bewijsmateriaal zag er nogal gezond uit. Pickwick heeft zich in den loop van het verhaal onderscheiden als een ijdele man met een zoeneri ger! aanleg en een neiging om te veel te drinken. Hij is im pulsief en reageert met opgewonden minachting op de démar ches van Dodson Fogg, die hij bij elke gelegenheid voor rob bers, swindlers en scroundrels uitscheldt. Deze heren ver dragen dat alles met de grootste gelijkmoedigheid, maar het is begrijpelijk dat het hen stimuleert tot meer dan gewoon enthou siasme voor de zaak. Pickwick heeft zich stellig niet over hen te beklagen. Wel een zekere Ramsley, waarvan de klerk van Dodson Fogg vertelt, dat laatstgenoemden hem een belangrijk bedrag aan nog niet gemaakte kosten hebben laten betalen bij het afdoen van een schuld^ en in zekeren zin ook mevrouw Bardell, die zij la ten gijzelen, omdat de dame hun rekening niet kan voldoen. Dickens heeft naar het mij voorkomt, niet de bedoeling ge had Dodson Fogg als bandieten af te schilderen. Serjeant Busfuz K.C., mevrouw Bardells barrister, houdt een pleidooi, dat meesterlijk in elkaar zit en niet onzinni ger is dan menig betoog, dat men in een rechtzaal kan aanho ren. Ik geef toe, dat zijn exegese van Pickwick's brieven plezierige waanzin is, maar men kan begrijpen, dat hij op de jury indruk maakte. Mr.Skimpin, zijn junior, is meer alledaagss hij munt uit in het in de war brengen van getuigen en den indruk wekken dat zij tot meineed in staat zijn. „Now Mr.Winkleattend to me if you please, sir" „Pray donot evade the question" „Will you ox" will you not answer?" „Yes or no, if you please" „I'll repeat the question a dozen times if you require it sir", en vele soortgelijke nare trucs, die men in Nederland nimmer zou kunnen toepassen, aangezien de ondervraging daar via den rechter gaat. Het verdient opmerking, dat noch Mrs.Bardell noch Pickwick zelf als getuigen optreden. Het proces speelt in 1028 en pas in I8p1 is de mogelijkheid geschapen, partijen zelf als getui-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1962 | | pagina 17