URIAH HEEP en HOLWERD
door M.Keuning, notaris te Dantumawoude (Fr.)
Volgens een plaatselijke overlevering zou Dickens het dorp
Holwerd, gelegen aan de Waddenzee tegenover Amelandhebhen
hezocht en daar iemand hebben ontmoet die hij later in DAVTD
COPPERFIELD zou hebben beschreven als URIAH HEEP. Dit hoorde
ik ruim 40 jaar geleden van de heer D.J.Heeringa, thans ad
ministrateur te Holwerd. Zijn verhaal kwam op het volgende
neer.
Dickens had, na met hem in correspondentie te hebben ge
staan Ds.Rinse Posthumus van Waaksens bezocht en enige tijd
in zijn pastorie gelogeerd. Ter ere van de grote schrijver
werd een avond gegeven, niet in de voor dit doel veel te
kleine pastorie., maar op het buiten „Tjessens" van Mr.P.A.V.
Baron van Harinzma thoe Slooten, vrederechter in het kanton
Holwerd. Tot de vele gasten op die avond behoorde ook de
griffier bij dat gerecht, genaamd Heep. Dickens zou met deze
Heep bij die gelegenheid een paar keer, zij het maar kort, ge
sproken hebben. Toch zou deze ontmoeting zoveel indruk op de
schrijver hebben gemaakt, dat hij in „David Copperfield" Uriah
Heep naar deze griffier met alle eigenaardigheden in zijn ui
terlijk optreden zou hebben besehreven. De vader van de heer
Heeringa, ook woonachtig te Holwerd en bestuurslid van de
plaatselijke afdeling van het Hut, had dikwijls verteld, hoe hij
meermalen uit de nutsbibliotheek D.C. had uitgeleend aan Hol-
werders van de oudere generatie, met de opmerking dat in dit
boek een figuur voorkwam, die ze goed gekend hadden. Bij het
terugbrengen van het boek luidde het commentaar zonder man
keren: „Jawis, Heep! It is 'm krekt!" Griffier Heep bewoonde
„Oud-Bonga"een huis buiten Holwerd. Hij had er een verdie
ping op laten bouwen ongeveer terzelfder tijd dat Baron van
Harinxma genoodzaakt was geweest „Tjessens", dat aan onder
houd toe Y/asuit geldgebrek te laten opknappen met afbraak
materiaal van de tweede verdieping. I/Meesmuilend had de lange
magere griffier al handen wrijvend gezegds „De knecht ver
hoogd, de heer verlaagd!"
Wordt vervolgd.
82