89
verteld.es griffier Heep had op zomeravond voor Oud-Bonga
staan praten met enkele jongelui, toen er plotseling een
zware donderslag viel» „Bliksem jongens, wat donderthet"
had hij gezegd.
Ook na het in de krant gedaan verzoek kwam niemand opda
gen die van een bezoek van Dickens had gehoord. Des te won
derbaarlijker wordt, achteraf beschouwd, de ontmoeting die ik
had in La Normandie, waarheen ik de reis had gemaakt om ver
slag te doen, vlak voor ik aan het woord moest. Van de tien
tallen aanwezigen was ik komen te zitten naast een nieuw lid,
dat zich voorstelde als Westendorp Boerma en vroeg wat er na
de pauze aan de hand zou zijn. Toen ik hem dat meedeelde, was
zijn antwoord dat zijn moeder ook altijd vertelde van het bezoek
van Dickens aan Holwerd en van zijn ontmoeting met griffier
Heep. De familie W.B. had in Blija, vlak bij Holwerd gewoond.
Helaas is deze ontmoeting, die leidde tot een bijzondere ken
nismaking, door het overlijden van de heer Westendorp Boerma,
enkele maanden geleden, geworden tot een weemoedige herinne
ring.
Ongetwijfeld berust de overlevering niet op waarheid. Wel
zou het natuurgetrouw schetsen van iemands uiterlijk en ma
nier van doen en laten, na een ontmoeting van zeer korte
duur, net iets voor Dickens geweest zijn. Hij heeft dat meer
malen gedaan, niet altijd tot genoegen van de betrokkenen.
Men zou er echter wel aan kunnen twijfelen of Dickens, die ie
mand onder een gastvrij dak had ontmoet, deze zo ongunstig
zou beschrijven met vermelding bovendien van zijn naam. Maar
mensen die hem heel na stonden, b.v. zijn ouders en zijn vrouw
heeft Dickens in zijn werken beschreven op een wijze die ze
voor ieder herkenbaar maakten en die zeer weinig vleiend was
voor hen die het betrof. Het leven van Dickens is zo goed
bekend, men kan haast zeggen van dag tot dag, dat het uitge
sloten moet worden geacht dat men in Engeland niet zou weten
van zijn afwezigheid voor enkele dagen, de duur die een reis
naar Nederland in de 40-er jaren in beslag zou hebben genomen»
De heer Bomans attendeerde op een artikel van Gerald G.Grubb
in de Dickensian van september 1952 blz.171, waarin deze
schrijft dat Thomas C.Evans in 1883 in zijn bundel „Of many
men" ten onrechte beweert dat Dickens een reis naar Neder-