Dat juist Zandvoort Lekende Di ekens-vertolker s huisvest,, Lehoeft ons niet te verLazen. Zowel Johnny Kraaykamp als Hel Wiener leven onder de pannekoekenwalm van Kraantje Leks ba kermat van alle Nederlandse Dickensians ('t is de holle Loom en NIET de ooievaar!) Bovendien zijn Nel en Johnny dagelijks in de gelegenheid „pootje te Laden" in het water, dat tevoren Albions kusten heeft omspoeld. Op zijn vooruitgeschoven post zegt Fagin Kraaykamp; „vanmiddag ga ik een paar uur in zee vissen. Dat is mijn tweede hobby. Ik trek dan een heel pak van rubber aan. Meestal vang ik scharretjes." „Eet publiek, aanvankelijk stil en zich aan de prachti ge, ruimtelijke decors vergapend, kwam pas goed los na Clivers „Sluit je maar aan bij ons". Het liet zich maar al te graag vangen." (Het Parool 7 dec. '63) In Prinses van 7 dec. '63 schrijft Anne Bosman; „Mijn eerste commentaar, dat van „bah" en „ordinair" leverde ik bij het horen van de grammofoonplaat en mijn tweede na het bijwonen van de musical......" „En die musical is werkelijk fantastisch"...... „Ja, inderdaad, „Oliver" is een klucht met gooi en smijtwerk. Maar dan „smijtwerk" naar de mensheid» De mensheid, die zo bikkelhard is, niet begrijpt, dat er jongens, mensen als „Oliver" zijn, die in hun grote eenzaamheid radeloos vragen; ,,Wie weet waar liefde woont?" En de mensheid, die verachtend neerziet op de „slechte" vrouwen, vrouwen die zichzelf belange- loos in dienst van hun naaste kunnen stellen met als enig uitgangspunt; „Zolang hij mij nodig heeft."" 147

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1963 | | pagina 13