Vrienden en vereerders van Charles Dickens - en die zijn er
nog steeds velen in de wereld - zullen zich herinneren, dat
diens Barnahy Budge begint in eene dorpsherberg, genaamd The
Maypole Inn, „een huis met meer gevelspitsen dan een lui
mensch lust heeft op eenen zonnigen dag te tellen, en kolos
sale schoorsteenen met zooveel boeken, dat men onwillekeurig
verwacht er den rook met dubbel fantastische kronkels uit te
voorschijn te zien komen,,
Wat in den roman The Maypole Inn heet, dat heet in de werke
lijkheid The King's Head en staat nog altijd in vollen bloei
en glorie, midden in het dorp Chigwell, tegenover de kerk,en
- landelijk en wel op een kwartier afstands van het naaste
spoorwegstation.
„The Kings Head" - op een echt ouderwetsch uithangbord prijkt
een portret van Karei I met grooten geborduurden kraag - is
vooreerst trotsch op zijnen ouderdom, en ten tweede niet min
der op.de eer, aan het huis te beurt gevallen, van door
Dickens' pen te zijn verheerlijkt. De waardeering van dat voor
recht heeft dan ook ten gevolge gehad, dat, een jaar of wat
geleden, bij gelegenheid eener opknapping van het gebouw, de
groote eetzaal op de eerste verdieping geheel gerestaureerd
is in den aan hare historisch-litterarische vraardigheid pas
senden stijl, en officieel den naam van „Chesterroom" gekre
gen heeft, die met vergulde letters op de deur geschilderd
is. En daar nu het genoemde huis zorg draagt, behalve door
zijnen ouderdom en zijne letterkundige faam, ook te schitteren
door al de qualitëiten die in eene herberg wenschelijk zijn,
zoo verheugt het zich voortdurend in een trouw bezoek van al
len die, om de ene of andere reden, den breeden, gezelligen
landweg langs Chigwell beloopen of berijden.
Eiken dag heerscht hier de levendigheid die noodig is om zulk
eene „uitspanning" voor een paar uur tot een aangenaam ver
blijf te maken. Het drukst is het er natuurlijk op de zooge
naamde „Bank-hoiidays"de vxei of vijf werkdagen in het jaar,
dat alle kantoren te Londen gesloten zijn, teneinde aan het
geheele personeel een vrijen dag te bezorgen. Als men nagaat
dat, tot betrekkelijk kort geleden, de zondagen voor een groot
deel der Londensche burgerij geen wandeldagen mochten wezen,
dan kan men nagaan welk eene weldaad die Bank-holidays" wa-
ren° (wordt vervolgd)