mantel ener goed gespeelde, maar niettemin doorzichtige be
langstelling in de broedgewoonten der daar aanwezige koli-
bri es
Het was een gewaagd stukje', want de Beeken zijn in Enge
land irpmens popula-ir en men wil geen kwaad van ze horen» Ik
zette dus mijn eigen reputatie op het spel, maar ik ben blij
dat ik het gedaan heb» Vijf bejaarde dames, die vlak achter
hen zaten, schoven misprijzend een rij verder terug en de
stoelen naast hen begonnen ook al aardig leeg te lopen» Een
weduwe van amper zeventig, die Jo Beek onafgebroken in het
oog gehouden had, begon zich terstond met Gillis Overbeek
te bemoeien enkniktegeruststellend naar Julia» De Beeken
stonden onmiddellijk op om nog te redden wat er te redden
viel, maar hun verweer Y/as zo stumperig, dat Leo Mason er
tenslotte een eind aan maakte. Aan het slot-diner zag ik
Marius nog met tomatensaus rondgaan, terwijl Jo inderhaast
wat beddepannen uitdeelde, maar het was een verloren zaak»
Later zag ik ze alle twee een ogenblik met Staples praten.
Ik schonk er toen geen aandacht aan en heb daar nu spijt van.
Want wat lezen wij in het laatste nummer van "The Dickensian",
bladzijde 185? „Annual conferences for the next three years
v/ere announced and the meeting accepted with gratitude the
invitations of the Eastbourne Branch for 1965s "khe Bath
Branch for 1966, and»..», the Amsterdam Branch for 1967°:t
Vrienden! Moet er nog langer met ons gespeeld worden?
Is het niet genoeg, dat de circle in Eindhoven, die de Tor-
doirs op het punt staan te stichten, nu al weer vijf tand
artsen telt, terwijl de zesde in Weert al op de loer ligt?
Zeker, ze heten zogenaamd geen Beek, maar dat is gemakkelijk
na te gaan. En nu weer dits de Amsterdam Branch! Good
Heavens! And for 1967 The mentioning of the date is in it
self suspicious. En dat lezen wijHaarlemmers, nadat we pas
driehonderd klompjes met flesjes billijke likeur erin hebben
gereed gemaakt, terwijl er nog zeshonderd molentjes met aan
zienlijk gereduceerde ulevellen in de Y/ieken op verpakking
staan te Yvachten» Het is bitter. Zullen wij doorgaan met het
emballeren van deze op zichzelf reeds waardeloze geschenken
of gooien we de boel erbij neer?
196