CHAELES DICKENS IN SURINAME
Dat Charles Dickens ooit in Suriname, of zelfs maar in de
West is geweest, is een fictie» Wij zelf echter, waren er
wel, en toen we in 1951 daarheen vertrokken voor de tijd van
vijf jaar, namen we niet al ons hehhen en houden mee, zelfs
niet al onze boeken. Natuurlijk misten we al spoedig lektuur
die we in Nederland achterlieten! zo gaat dat nu eenmaals je
weet nooit wat je in een totaal andere situatie zult willen
lezen. Maar gelukkig was ik wel zo verstandig (of bij-de-hand)
geweest om een aantal werken van Dickens mee te nemen. Het
was n.l. allang mijn gewoonte elke winter een paar boeken van
Dickens te herlezen» Ik moet bekennen? dikwijls dezelfde»
Waarschijnlijk heeft iedere Dickensian wel voorkeur voor een
bepaald boek. Nu zou het vijf jaar lang geen winter voor mij
worden, maar ik las toch met dezelfde animo Nicleby, Dombey
and Son, Our Mutual friend en Bleak House.
In deze boeken was niet zo heel veel, dat me Surinaams"aan
deed, al bleek Ch.D» er uitmuntend van op de hoogte te wezen,
wat men deed met jongens die men nooit oftenimmer terug
wenste te zien! Walter Gay tenminste werd naar de West ge
stuurd, naar Barbados, vanwaar hij levende schildpadden en
citroenen naar huis hoopte te sturen, en dat hij ooit terug
keert, berooid en wel, mag op zichzelf al een wonder heten.
Inderdaad? de "West was heel iets anders dan de Oost, waar we
Bob Sawyer en Benjamin Allen zonder ongerustheid heen heb
ben zien trekken. Wij kunnen ons gemakkelijk voorstellen, dat
ze van daar als kapitalisten teruggekomen zijn.
Twee boeken, die ik hierboven nog niet noemde, zijn ons in
Suriname bijzonder waardevol geworden. Dat zijn Martin
Chuzzlewit en The Pickwick Papers. Wat Chuzzlewit betreft?
zouden alle zeereizen op elkaar lijken? Mark Tapley vertelt
op weg naar Amerika aan de zeezieke jonge Martin,hoe één van
hun medereizigsters met haar kinderen op weg is om haar man
te zoeken in Amerika. Zij weet niet hoe en waar ze hem vin
den moet. De bezorgdheid van Mark Tapley was ook de ónze. Wij
hadden eveneens een medepassagier die met haar zoon onderweg
265