THE MEETING OP THE 30TH OP OCTOBER 1965 IN KRAANTJE LEK.
Na een afwezigheid van vier jaar, zes maanden, twee weken
en drie dagen keerden wij in de schoot van het Tuig-Huis
(een naam die de vuist van Spottletoe oproept, Martin
Chuzzl., ch, IV) terug. Het spandoek „Welcome, Dicken-
sians" hing hoven de tapkast. Het was er warm, het was er
schemerig en die achteraan zaten konden weinig verstaan.
Kortom, de Dickensian sfeer was er weer.
De president droeg, nu hij de spreker-van-de-middag was,
het opperbevel over aan de Life President die aan deze
roep op de hem eigene wijze gehoor gaf.
Er was één nieuw lid. De schrik sloeg ons allemaal om het
Victoriaanse hart toen deze heer bekende zich geëncanail-
leerd te hebben met Ikjan Cremer. „Kan zo iemand toegela
ten worden?" vroegen stemmen. Wij zeggen met Mr Bunsbys
„why not? If so, what odds? Awast then!" (Dombeyand Son.
ch.XXIII
De heren Beek zijn iets bijzonders geworden in de Dickens
Fellowship, zodat zij onze belangen op hoog niveau kunnen
behartigen.
Wij hebben een nieuw bestuur waarvan wij Great Expectations
hebben. De heer F.Keene is secretaris geworden en de
heer J.S.Meulenhoff penningmeester.
De heer Sachs, die veel deed, wil ook wel eens als ambte
loos Dickensian in de zaal zitten en kijken hoe een ander
het doet.
De heer Nico Andriessen, die zijn taak altijd met zoveel
vuur verricht heeft, blijft in het bestuur als redacteur
van de Dutch Dickensian, gelukkig maar, want je geraakt
gehecht aan je mensen. Op deze plaats behoort een woord
van dank gezegd te worden tot mevrouw Marianne Andriessen
die haar man op administratief gebied altijd trouw terzijde
296