303 THE MEETING OF THE 11TH OF DECEMBER 1965 IN KRAANTJE LEK Er staat dan we1 geen skelet van een Franse heer in de hoek toch doet het Tuig-Huis aan de winkel van Venus den ken. (Our Mut.Friend, bk. 1, ch.VIl)Zo met die kaarsen- in-bpom-stammen en die opgezettedieren, weet ge wel, zou Toots (Dombey) zeggen. De leden hadden een mastbos van kaarsen meegebracht. Mevrouw Julia Beek snoot de gehele middag kaarsen met een snuiter. We vierden ons negenjarig bestaan zonder de Life Presi dent die in de verte in de zon aan ons zat te denken. Ge lukkig werd hij tweevoudig vertegenwoordigd. Ten eerste door mevrouw Bomans, charmant als altijd en ten tweede door een brief waarin hij de holle boom aanhaalde. De heer van Oorschot is weer beter. Hij en mevrouw van Oorschot konden er voor het eerst weer bij zijn. Voor ditmaal werd er afgeweken van de traditie de leden die bij de oprichting aanwezig waren op te laten staan. De President vorid dat dit een specialiteit van de Life Pre sident was. Maar daarom is het wel de moeite waard hun namen even te vermelden. Het waren er zeven; de heer Nico Andriessen, mevrouw Bomans, mevrouw Kamerlingh Onnes, de heer van Oorschot, de heer en mevrouw Overbeek en mejuf frouw Clara Schade. Er waren zeven nieuwe (jeugdige) leden. Mevrouw Overbeek las een opstel voor over de Dickens Fellowship. Zij zegt, dat wij allemaal naar de Annual Con ferences moeten gaan, het Dickens House bezoeken en dat wij allemaal The Dickensian moeten lezen. Met Mr Bagnet zeggen wij; „whatever the old girl says, do. Do it!" (Bl. Housech.LII Voor degenen, die het allemaal nog niet zo weten; de te genwoordige penningmeester is de heer Meulenhoff, dat is die mijnheer die zo vriendelijk rond zit te kijken en nooit om geld. vraagt. En de secretaris is de heer Keene, dat is die mijnheer met die zwarte hoed op en met dat strenge

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1965 | | pagina 27