334 „Een roman lees ik nooit, maar ik lees graag gedichten en ook moderne literatuur; Wolkers en van het Reve "bijvoor- heelde Met een geval als Buddingh' zit ik een beetje. Hij heeft leuke vondsten, maar soms gaat hij te ver. Trouwens, ik ben bijzonder geboeid door het serieuze van de tegen woordige jeugd." (Uit Haarlem Dagblad van 9 dec. '67) Wellicht de onthullendste passage uit zijn boek is een opmerking over Charles Dickens. Niet alleen onthullend o- ver zijn onderwerp, maar ook wat Pearson zelf betreft, als mens en als schrijver; „Al vele jaren hield hij me bezig en de twee dingen, die mij toch weerhielden over hem te schrij ven, waren deze; de sentimentaliteit, waarmee een aantal zijner figuren doordrenkt is, en zijn halvegare houding je gens wat men „gevallen" vrouwen noemt. Naarmate de tijd verstreek ontdekte ik echter dat, precies als het verheve ne maar één schrede van het belachelijke vandaan is, het ook maar een enkele stap is van sentimentaliteit naar e- goisme." Toen uitkwam dat hij in later jaren zelf een vrouw had helpen „vallen" en hij de moeder van zijn grote gezin vitterig en zonder menselijk gevoel behandelde, begon ik een boeiend verband te vermoeden tussen de uitersten van zijn verschijning als schrijver en zijn aanleg als mens. En zo rijpte in mij het besluit zijn vreemde karakter te willen verklaren, waarbij ik moet zeggen dat ook zijn neiging tot komedie mij altijd gefrappeerd had. Als merkwaardige mensen niet drastisch ongelijk waren, zou het niet de moeite waard zijn hun levens te beschrijven, en al gauw merkte ik dat Dickens uniek was. Wel bezat hij de eigenaardigheden van iedereen, maar hij vertoonde ze alle in extreme mate en die combinatie, vormde een persoonlijkheid die volkomen anders dan anderen was. Ik kan niet zeggen dat hij me in alles sympathiek was, maar hij fascineerde mij." Uit „Hesketh Pearson by himself" (Heinemann, Londen36sh.) in een artikel van Hans Edinga. „Na bijna veertig boeken 0- ver anderen koos Pearson zichzelf als onderwerp". Uit de Elsevier van 16 april 1966.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1967 | | pagina 34