- 19 - no more must change their name/I long for a repose that ever is the same" Ode to Duty)Daarin herkennen wij iets van het door Orwell zo treffend beschreven einde van de Victoriaanse roman. En inderdaad: de ontwikkeling van dichters als Coleridge en Words worth is die van de verburgerlijking van de Romantiek. Zij hebben te lang geleefd om nog voor romantisch te kunnen doorgaan. Keats, Shelley en Byron zijn nog net op tijd gestorven. Coleridge wordt geleidelijk aan een zeer conservatief man. Wordworth's idealen worden die van de rustige Engelse huisvader: pantoffels bij het haardvuur. Men zie het gedicht voor Lucy: "And she I cherished turned her wheel/Besides an English fire...". Behalve rustig wordt hij ook puriteins. Staande voor Canovas beeld van Psyche en Cupido in innige omarming, schijnt hij te hebben uitgeroepen: "Demons!" (34). Men zou met Grierson kunnen zeggen dat de Franse revolutie Wordsworth's maitresse is geweest, maar Engeland met zijn moraal, zeden en vooroordelen tenslotte zijn wettige echtgenote werd (35). Wordsworth eindigt als een gezeten Victoriaans burger met de bij die burgerlijke gezetenheid behorende angst voor verwarring en de rationalisering van hetgeen hem tegen strijdig voorkomt. X In de figuur van Steerforth rekent Dickens af met wat men met Peckham zou kunnen noemen de negatieve aspecten van de Romantische beweging en haakt hij aan bij de tweede, de positieve fase van de Romantiek. Niet voor niets vertoont de verdrinkingsscene van Steerforth in Hoofstuk LV gelijkenis met de wijze waarop een van de jonge Romantici, Shelley, aan zijn einde komt: door verdrinking tijdens een zware Westerstorm. Shelley's lijk spoelt aan op het strand van Viareggio (36). Bij Dickens heeft dat aanhaken een morele tendens. Steerforth spoelt, als door de Goddelijke voor zienigheid gedreven, aan op het strand bij het huis waarin hij zoveel onheil heeft aangericht. Van romantische passies kan bij Dickens ook niets goeds komen.' Ook in zijn laatste roman, Edwin Droodworden passies nog als immoreel beschouwd. Jasper's harts tocht voor Rose wordt als bestiaal afgeschilderd. Het beeld dat wordt gebruikt is dat van de bloeddorstige havik en de onschuldige duif. Een scene die belooft iets te worden, wordt abrupt afge broken. Ik bedoel de scene in Little Dombey, waarin Edith Carker af doet zien van zijn plannen haar tot zijn maitresse te maken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1976 | | pagina 22