52
richtte de achterkamer op de eerste verdieping tot werkkamer in. Hier
schreef hij o.a. gedeelten van The Pickwick Papers, Oliver Twist, Nicholas
Nickleby en Barnaby Rudge. In dit huis ontstond ook zijn levenslange
vriendschap met John Forster.
The Dickens Fellowship in Engeland is gesticht op 6 October 1902 en Life
Presidents ervan zijn geweest Mrs. Kate Perugini (jongste dochter van
Dickens) en Sir Henry Fielding Dickens. Ook zijn schoonzuster Georgina,
die later vele jaren voor het gezin heeft gezorgd, is vele jaren bij de
vergadering geweest.
Eén van de oprichters was B.W. Matz, die ook het tijdschrift "The üickensiai
uitgaf. Dit bestaat nog steeds, al komt het in de loop der jaren met gro
tere tussenpozen uit.
Op 9 Juni 1925 stond er vóór 48 Doughty Street een grote menigte nieuws
gierigen te wachten. Daar het lang duurde eer er het een of ander te zien
viel werden er kleine gesprekken gevoerd en toen ik voor de opening van
het huis uit Holland was overgekomen werd ik meteen naar voren gewerkt.
"This little girl has come all the way from Holland!" en al spoedig
stond ik vlak vóór de stoep. Je kon nauwelijks je armen bewegen, zó vol
was het.
Eindelijk verscheen er een heer voor het open raam, Lord Birkenhead,
die een korte toespraak hield en na afloop daarvan ging de voordeur open
en werd ik met nog enkele anderen letterlijk naar binnen geschoven.
We konden het hele huis bekijken, waarbij toelichting gegeven werd, maar
voor mij kwam het meest indrukwekkende ogenblik, toen ik ook mijn naam
in het grote boek mocht zetten.
Voor zover ik me herinneren kan vonden er geen feestelijkheden plaats (er
was al een groot diner geweest.) Misschien werd ons een "tea" aangeboden,
maar ik weet het niet meer. Wél weet ik nog dat er foto's genomen werden
van enkele bestuursleden in een sousterrain kamer. Daar moet vroeger de
wijnkelder geweest zijn en er werden grappen gemaakt over de wijn-voorraad,
die er in Dickens' tijd gelegen moet hebben.
Ook maakte één van de heren de opmerking dat Dickens toch wel een ziekelijk
overgevoelig kind moet geweest zijn omdat hij het zo vreselijk vond, te
moeten werken tussen arme achterbuurtjongensZelf had hij het in zijn
jeugd toch nooit financieel goed gehad en ook niet met deftige mensen
verkeerd.
De meeste Nederlandse leden zullen het Dickenshuis wel eens gezien hebben.
Zo niet, dan moeten zij een bezoek aan 48 Doughty Street op hun programma
zetten bij hun eerstvolgend bezoek aan Londen. Het is de moeite waard.
T. Kamerlingh Onnes