- 100 - Hiermee hebben we een belangrijke sleutel in handen ter ontraadseling van de conceptie van de Haarlem Branch. Voor de 'huidige secretaris' moeten wij lezen 'Nico H. Andriessen'Wie ook maar enigszins de hartelijke Pecksniff uit de van Hogendorpstraat kent, weet dat hij de echte liefhebber van de club, het genootschap, kortom de samenzweerder van de huiskamer is. In de grote wereld wordt dat spel met grote ernst gespeeld, het leidt tot komische uitwassen als de jaarlijkse lintjes regen. Zij die de ernst des levens werkelijk bevroeden, spelen het spel uitsluitend in de vriendenkring. Onze Pecksniff is de grote amateur van clubs en genootschappen. In hem lijken wij dan ook de auctor intellectualis van de Haarlem Branch te kunnen begroeten. Toch blijft een zekere mystificatie bestaan. Op die befaamde I7e sep tember 1956 zou de achterkant van de Dickensian de secretaris op het denkbeeld gebracht hebben. In het archief vond ik echter een gestencilde instructie van Headquarters, hoe een branch op te richten. Op de instructie staat met de hand geschreven: 'Gestuurd op 17 september 1956'. Mogen wij deze handgeschreven mededeling als echt waarmerken, dan zou dat inhouden dat de gedachte aan een branch al daarvoor had postgevat en eerder aan Headquarters om instructies was verzocht. Hiermee wordt het vaderschap weer een open kwestie en is alles weer mogelijk. Zoals al gememoreerd, hadden zich al snel drie leeskringen gevormd: te s-Gravenhage als eerste, te Haarlem en te Amsterdam. Achter deze ogenschijnlijk om geografische redenen gekozen constructie is echter een baaierd van dissidentisme en regelrechte scheurmakerij schuil gegaan. De wortel van dit kwaad is terug te voeren tot de Pickwick Papers zelve. Op de eerste pagina van de Pickwick Papers lezen wij immers al van een afsplitsing, in alle vriendschap geconcipieerd. Dat wel; maar toch! Alleen al het vermelden van de financiële consequenties van deze afsplitsing geeft te denken. Een eerste aanwijzing dat de leeskringen potentiële haarden van onrust zouden kunnen worden vond ik de in 'Klanken uit het jubeljaar', het jaar waarin Dickens' honderdvijftigste geboortedag herdacht werd. De auteur van deze klanken, aangeduid met de initialen G.B., weet te melden dat Charles Dickens een Engels schrijver was rond het midden van de vorige eeuw. Vervolgens meldt de Haagse correspondent: DEN HAAG. Headquarters te Londen heeft in het jubeljaar de heer Frank van Oorschot bezocht, om hem over te halen een afzonder lijke branch te stichten. De heer Van Oorschot echter hield voet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1987 | | pagina 102