- 108 -
moriendi en wel om de hier volgende twee redenen:
1. De associatie met de naam Hannink, de drager waarvan zich
nieuwe malversaties heeft schuldig gemaakt.
2. Een mede hierdoor veroorzaakte schuld, waarvan de
specificatie bij deze is ingesloten.
Als lichtpunt staat hier tegenover: een intact gebleven en
alleszins capabel Dagelijks bestuur en voorts een kern van leden
beide niet geheel afkerig (ik druk mij voorzichtig uit) om wat
begonnen is ook voort te zetten. Hiertoe dienen echter eerst de
beide bovengenoemde belemmeringen uit de weg geruimd, en wel door
de volgende maatregelen:
Ad 1: Het royeren van den heer Hannink als lid van de Zwolle
Branch op een ledenvergadering, te houden op 12 of 19 december
Ad 2: De vereffening van de bestaande schuld, zodat met een
nieuwe lei kan begonnen worden.
De Zwolle-Branch ziet begrijpelijkerwijze in haar huidige
situatie geen mogelijkheid de tweede maatregel uit eigen middelen
ten uitvoer te brengen. Ik zegde hierop toe, bij het Algemeen
Bestuur van de Haarlem-Branch een voorstel in te dienen,
strekkende om de schuld van ƒ.82.86 van de Zwolle-Branch over te
nemen en uit het Batige Saldo van de annual Conference 1959 aan
te zuiveren. Ter adstructie van dit voorstel heb ik drie
motieven:
a. Het voortbestaan van de Zwolle Branch, die hiermede staat of
valt
b. Een gevoel van mede-verantwoordelijkheid, daar op een
vergadering van ons voltallig bestuur te Wassenaar destijds
aan den heer Hannink carte blanche gegeven is om tot de
oprichting van de Zwolle-Branch over te gaan.
c. De overwegingen, dat Zwolle aan de tot standkoming van het
Batig Saldo haar eigen, zij het bescheiden, bijdrage geleverd
heeft
Cordially yours in fellowship,
(W.G. Godfried Bomans)
Nadien is niets meer uit Zwolle vernomen.
Ik kom terug op waar ik in het begin even aan refereerde: de
zogenaamde Holwerder mystificatie. Al eerder is de naam gevallen van
het enige Friesche lid, de notaris Keuning, die eenzaam te
Dantumawoude de fakkel brandende hield. In de Dutch Dickensian is de
lezing opgenomen, die notaris Keuning in 1962 in La Normandie te
s-Gravenhage gehouden had over Uriah Heep en Holwerd. Ik geef U het
begin van de lezing.
'Volgens een plaatselijke overlevering zou Dickens het dorp
Holwerd, gelegen aan de Waddenzee tegenover Ameland, hebben
bezocht en daar iemand hebben ontmoet die hij later in DAVID