- Ill - NOTEN 1. Lezing voor de bijeenkomst van de Haarlem Branch, gehouden op 14 mei 1983. 2. The Dutch Dickensian; september 1964, volume III, part 3, nr. 9. 3. Een toespeling op de gebroeders Beek, waarover hardnekkige geruchten gaan dat zij nooit verder dan de Pickwick Papers zijn gekomen. 4. Qua (sik!) vadis Haarlem Branch?; Cor Wiegel; The Dutch Dickensian, December 1965, volume V, part 1, no. 13. 5. In kortheid wordt Dickens echter overtroffen door zijn landgenoot John Haynard Keynes. Diens baanbrekende 'General Theory of Employment, Interest and Money' opende met een eerste hoofdstuk, dat één pagina besloeg en slechts vier volzinnen omvatte. 6. Dit moet de derde persoon meervoud zijn: staan. M. van der Plas knoeit maar wat. 7. Genootschappen breng je niet in leven, maar tot leven. Puristen verwerpen het zeugma als onhollands. 8. M. van der Plas is gewoon een prutser. 9. Dickens, waar zijn Uw spoken?; Godfried Bomans; 1972, pagina 70 en 74 10. Prof. Mr. Dr. Lokin, die nog immer te Groningen zijn licht onder de korenmaat stelt, had onlangs de merkwaardige ervaring te Raalte te zijn en daar te vernemen dat men een groot Dickens- kenner onder de burgerij telde. Jawel, niemand anders dan ene H. Hannink! 11. Bij degenen, die indertijd de lezing van notaris Keuning in La Normandie hebben bijgewoond, overheerst de mening dat de spreker in dodelijke ernst sprak. Zij voeren hiervoor twee argumenten aan. Ten eerste zijn ambt en ten tweede zijn landsaard: Frisia non cantat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1987 | | pagina 113