- 13 -
Schoonhoven van "De Pickwickclub" in 1924, van "David Copperfield" in
1926 en van "De Oude Antiquiteitenwinkel" in 1929.
Zoals Chesterton het Dickens-reveille in het begin van deze eeuw in
het eigen Engeland leidde, zo is het Godfried Bomans (1913-1971) ge
weest die na de tweede wereldoorlog op alle mogelijke manieren en
gebruik makend van alle mogelijke media de persoon van Dickens en zijn
werk onder de aandacht bracht van de Nederlandse lezer, luisteraar en
kijker
In "Het leven van de jonge Bomans 1913-1945" berichtte Michel van der
Plas hoe Bomans als scholier op het Triniteitslyceum te Haarlem door
zijn vriend Harry Prenen tot het lezen van Dickens werd aangezet. De
Pickwick Papers en vooral David Copperfield las en herlas de jonge
Godfried, en David Copperfield werd zijn "lijfboek", waarvan de in
vloed op vele passages en personen uit "Pieter Bas" maar al te herken
baar zijn.
Uitvoerig verhaalde Van der Plas over de geschiedenis die aan de uit
gave van het werk van Dickens in de bekende Prisma-pocket-reeks vooraf
ging. Bomans had in 1941 het plan opgevat een vertaling te maken van
de Pickwick Papers en informeerde bij uitgeverij "Het Spectrum" of
daar belangstelling voor bestond. De uitgeverij had een nog grootser
plan: de uitgave van het volledige werk van Dickens.
Op 21 october 1941 kwam de redactie (Prof.A.G. van Kranendonk,
J.W.F.Weremeus Buning en Godfried Bomans) met vertegenwoordigers van
Het Spectrum en een aantal candidaat-vertalers in het Parkhotel te
Amsterdam bijeen. De te vertalen werken werden (voorlopig) verdeeld,
maar het zou nog een lange weg worden voordat de reeks werd uit
gegeven.
Het was inmiddels 1952 toen de eerste delen van de Prisma-reeks werden
uitgegeven. De uitgeverij organiseerde een dickensiaanse avond in
hotel Parkzicht te Rotterdam. In het weekblad "Goed Nieuw", nummer 14,
1952, werd een impressie van deze avond gegeven met als aanhef "Met de
bromfiets bij Oliver Twist, Nicholas Nickleby en David Copperfield".