12)
- 63 -
nog toe dat ons land in die jaren overspoeld werd door vertalingen
hetgeen dus ook al ging ten koste van het nationaal-eigenedan
is, hoop ik, duidelijk geworden, hoe donker Potgieter de toestand
inzag
Potgieter, die zelf nooit de gemakkelijkste weg en de populariteit
zocht, moet deze ontwikkeling een gruwel geweest zijn. Dat de volks
gunst een andere weg verkoos dan de zijne, kan hem als 'gids' niet
anders dan pijn gedaan hebben. In verhouding tot Dickens' groeiende
populariteit in brede kringen zou de aandacht die zijn spreekbuis,
De Gids, naderhand nog aan Dickens zou schenken dan ook mager
uitvallen. In 1844 beoordeelde Potgieter zelf nog Kersgeschenk, Lindo
besprak De bezeten man in 1850 en Zimmermann Harde tijden in 1854/'55.
Deze laatste, omvangrijke bespreking verdient zeker meer aandacht dan
ik haar hier schenk. Het heeft er veel van dat De Gids iets had in te
halen en dat moet een kolfje naar de hand van de jonge, zojuist (1852)
opgetreden redacteur geweest zijn.
Inderdaad had het grote lezerspubliek anders beslist. In het algemeen
was de Engelse romanliteratuur zeer geliefd bij ons in die jaren. De
aanhang van Scott was tanende, die van Bulwer stond op zijn hoogte
punt. Zo schafte het deftige Leidse leesgezelschap 'Miscens Utile
Dulci's, waarvan voornamelijk notabelen deel uitmaakten, zich tussen
1836 en 1840 wel tien romans van deze Bulwer aan, ja, het moet wat
Engelse literatuur aangaat, in die jaren haast uitsluitend op een
13)
Bulwerdiëet geleefd hebben.
Dat de Engelse roman zo'n duidelijke preferentie genoot, verre boven
de Franse, lag aan het feit dat de Fransen ervan verdacht werden
waarheid en verdichting te zeer te vermengen. Ten eerste wees die
behoefte aan verdichting op een zwakte bij de lezer, maar bovenal
maakte die vermenging het de lezer onmogelijk iets van zo'n roman te
leren. En leren kon je nu eenmaal alleen als de roman waarheid gaf.
Daar kwam nog bij dat de Franse roman in de reuk van wuftheid stond en
losse zeden zo niet veroordeelde dan toch tolereerde. En tenslotte was
de Franse mentaliteit nu eenmaal verdacht van omwentelingsgezindheid:
de Franse tijd lag de ouderen nog in het geheugen en de voorvallen van
1830 hadden de oude wonde weer geopend.
In Vlaanderen, dat ik tot dusver nogal links heb laten liggen, was de
invloed van Franse literatuur sterker gebleven, wat niet wegneemt, dat
Dickens ook daar zijn aanhangers had. De feuilletonvorm, die in