- 72 - loopbaan aanvangen in een Leesgezelschap, zij zoeken en vinden zeer spoedig ene vaste plaats in de Boekenkast van ieder die ook bij zijne uitspanning voedsel zoekt voor verstand en hart.' Zo hoopte Kruseman de talloze liefhebbers aan zich te verplichten door hen in staat te stellen de kennismaking met Dickens te hernieuwen en nu eindelijk in bezit te verwerven wat zij in leesgezelschappen of in uitleenbibliotheken slechts kortstondig en voorbijgaand gekend en lief gekregen hadden. Details over deze grootse onderneming heeft Kruseman zelf verschaft in zijn Bouwstoffen en Enschedé heeft diens relaas aan gevuld. Dickens zelf heeft zijn waardering voor Krusemans pogingen uitgesproken in een persoonlijke brief die Enschedé in facsimile heeft afgedrukt. Met al die bijzonderheden zal ik de lezer nochtans niet vermoeien en er slechts de ongelukkige uitkomst van vermelden. De onderhandelingen verliepen niet steeds even vlot vanwege de gevraagde prijzen en ook bleef de intekening bij zijn verwachtingen achter. In 1859 toen er reeds 40 afleveringen verschenen waren, bleken er nog slechts 77 exemplaren bij intekening geplaatst. Van Van Kampen kreeg hij Slechte Tijden en Kleine Dora in handen, maar niet voor lang. Ze raakten later in handen van Schadd Funke die het restant op de markt bracht tegen afbraakprijzen: Slechte Tijden ging voortaan voor ƒ1, terwijl Kleine Dora, dat eens ƒ8,90 voor drie delen gekost had, nu voor 3,wegging. Volgens Enschedé was het falen van Krusemans onderneming te wijten aan de gekozen vorm. Het publiek was immers romans gewend in een ro yaal octavo met ongeveer twintig regels op een bladzij en derhalve afkerig van een klein octavo met 39 regels per bladzij. Ook Funke heeft weinig aan Dickens verdiend; de grote tijd brak pas aan toen, later in 1867, de gehele onderneming in handen kwam van uitgever Roelants in Schiedam. In datzelfde jaar al bracht deze de Pickwick Papers in duodecimo en voordat deze uitgave voltooid was, liet hij daar de eerste delen van een nieuwe verzamel-editie in kwarto op volgen, voorzien van clichés van de oorspronkelijke illustraties van Barnard. Roelants plukte met deze editie en met alle die hij daar op nog liet volgen 'de gouden vruchten, toen Dickens al meer en meer de gevierde schrijver werd en vooral toen hij gestorven was, maar in aller hart een blijvende plaats gevonden had'aldus de ietwat spijtige formulering waarmee Kruseman de geschiedenis van zijn be- 23) moeienissen met Dickens besluit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1987 | | pagina 74