27 Pip leeft een compleet leven en Dickens voert de ademloze lezer door een labyrint van intriges en catastrofen. Hoewel ik mij gelukkig prijs met een wat rimpellozer bestaan, kan ik mij op een paar belangrijke punten heel goed met Pip identificeren. Tot mijn schande moet ik bekennen dat ook ik een periode heb gekend, waarin ik net als Pip krachtdadig maar zwakhoofdig een deel van mijn verleden heb trachten uit te wissen. Pip reisde van zijn dorp naar London, ik ging van Tilburg naar Amsterdam. Pip stortte zich in ijdele vermaken, ik gaf al even gemakkelijk toe aan heel wat studentikoze domkopperij en in houdsloze blablabla. Ik verstopte mijn zachte G en lachte hardop mee als mijn geboortestad en de aanpalende 'generaliteitslanden' weer eens als mikpunt dienden. De lotgevallen van Pip drukten me met de neus op de feiten: wee hem, die zijn afkomst verloochent, wee hem die zich schaamt over zijn jeugd, wee hem die zijn opvoeders en zijn oude vrienden afzweert temidden van schuim en as. Ik heb mijn lesje geleerd: mijn jonge jaren waren feestelijke jaren, mijn ouders waren goed en lief, het geloof van mijn jeugd heeft me nooit benauwd. Tilburg was waarachtig geen bekrompen dorp. Om tot die overtuiging te komen heb ik geen tomeloze belevenissen a la Pip hoeven door te maken. Het lezen van Great Expectations was mij belevenis genoeg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

The Dutch Dickensian | 1988 | | pagina 33